Werk en Inkomen – Wet verbetering poortwachter
Wet verbetering poortwachter
Volgens de Wet verbetering poortwachter (Wvp) moeten er een aantal stappen doorlopen worden om ervoor te zorgen dat je, na bijvoorbeeld je ziekte of operatie, weer verantwoord aan het werk gaat. De Wvp gaat uit van een gezamenlijke inspanning tussen jou en je werkgever, samen met arbodienst of bedrijfsarts. Ziek zijn is voor niemand prettig. Voor jou als werknemer niet, maar ook niet voor je werkgever. Nog vervelender wordt het als je door ziekte langdurig uit de roulatie bent of zelfs arbeidsongeschikt raakt. De Wet verbetering poortwachter heeft als doel om je zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen door:
• je re-integratie te stimuleren, zodat er een snelle terugkeer op je werkplek mogelijk is.
• langdurig verzuim te voorkomen door goede begeleiding.
• de kans, dat je in de WIA instroomt, te beperken. WIA is de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen.
Stappen Wet verbetering poortwachter
In de Wet verbetering poortwachter zijn de stappen beschreven, die jij en je werkgever moeten volgen bij ziekte en re-integratie. Je werkgever is daarbij volledig verantwoordelijk voor jouw re-integratie en de ziekteverzuimbegeleiding. Tegelijkertijd geldt dat je verplicht bent om constructief mee te werken aan je re-integratie. Als jij of je werkgever onvoldoende meewerken aan de re-integratie, dan kan dit financiële gevolgen hebben. Dat kan zijn: een UWV loonsanctie voor je werkgever of het stopzetten van je loon door je werkgever.
Een re-integratietraject in het kader van de Wet verbetering poortwachter is opgebouwd uit twee fasen:
• In de 1e fase wordt ingezet op je terugkeer in het bedrijf, waar je werkt (1e spoor).
• In de 2e fase wordt ingezet op een werkplek buiten het bedrijf, waar je werkt (2e spoor).
Het UWV heeft daarvoor een duidelijk stappenplan opgesteld. Daarin staat wat er allemaal moet gebeuren en wanneer dat moet.
Stappenplan Wet Verbetering Poortwachter
• Ziekmelding door je werkgever.
Je meldt je ziek bij je werkgever. Je werkgever moet je ziek melden bij de arbodienst of bedrijfsarts. Deze ziekmelding moet de werkgever volgens de wet binnen één week ná de eerste ziektedag doen. Als je werkgever verzekerd is tegen ziekteverzuim, moet hij de ziekmelding vaak al op de 1e ziektedag doorgeven aan de arbodienst. Je werkgever moet vanaf je ziekmelding alle mondelinge en schriftelijke afspraken met jou vastleggen en bewaren. De mondelinge afspraken moeten bevestigd worden via e-mail. Dit bewijsmateriaal heeft je werkgever mogelijk later nog nodig, als er problemen ontstaan.
• Probleemanalyse maken.
Als je 6 weken geheel of gedeeltelijk ziek bent, dan moet de bedrijfsarts voor je werkgever een probleemanalyse maken. Hierin staat waaróm je niet kunt werken, wat je mogelijkheden zijn om beter te worden en wanneer je weer aan het werk zou kunnen. Alleen de bedrijfsarts mag bepalen of je in staat bent om te werken of aangepast werk te doen en hoe lang het verzuim kan gaan duren. De bedrijfsarts beoordeelt hierbij samen met jou óf, hoe en wanneer je kunt gaan werken. De bedrijfsarts maakt een probleemanalyse over:
• gewenste aanpassingen op de werkvloer: zoals het gebruik van hulpmiddelen, aanpassing van je werktijden, de hoeveelheid werktaken, een kortere werkduur of het inlassen van korte rustpauzes.
• eventuele trainingen: die zou je kunnen volgen om je werk beter aan te kunnen.
• mogelijke verandering van werk: de bedrijfsarts kijkt eerst of passend werk mogelijk is op je huidige werkplek. Als daar geen passend werk is, dan zal de bedrijfsarts adviseren over hoe je ergens anders passend werk kunt vinden.
• Plan van Aanpak maken.
Je werkgever moet binnen 8 weken na je ziekmelding, uiterlijk 2 weken na de probleemanalyse, een Plan van Aanpak (PvA) maken. Dit doet je werkgever samen met jou. In dit plan beschrijft je werkgever concreet de afspraken over wat jullie beiden gaan doen om ervoor te zorgen, dat je je werk weer kunt gaan hervatten. Als de situatie verandert, wordt het Plan van Aanpak meteen aangepast. Het PvA is een onderdeel van je re-integratiedossier. Met de probleemanalyse, die is opgesteld door de bedrijfsarts, maken jullie samen een Plan van Aanpak voor de re-integratie. De gemaakte afspraken leggen jullie samen vast op een formulier. Je vult het formulier op de computer in en ondertekent het beiden. Je ontvangt een kopie van het Plan van Aanpak. Die moet je bewaren in je eigen administratie.
• Voortgang Plan van Aanpak.
Iedere 6 weken zal je werkgever met je de voortgang in het Plan van Aanpak (PvA) bespreken. De werkgever kan hiervoor een casemanager aanwijzen, die het contact met jou onderhoudt. De casemanager begeleidt en controleert dan de uitvoering van het Plan van Aanpak. Je werkgever blijft uiteindelijk verantwoordelijk voor de uitvoer van het Plan van Aanpak.
• Re-integratiedossier bijhouden.
Als je na 20 maanden nog niet volledig aan de slag bent, moet je werkgever in overleg met jou een re-integratieverslag opstellen en gaan bijhouden. Hierin staan het verloop van je ziekteperiode, alle stappen die de werkgever en jij samen hebben genomen om je terugkeer naar werk (re-integratie) mogelijk te maken en alle afspraken en concrete resultaten van de geplande werkhervatting. Als het noodzakelijk is, moet je werkgever je werk, je werkplek en/of je arbeidsmiddelen aanpassen. Alle opgeschreven afspraken en formulieren en documenten, die zijn gebruikt bij de vorige vier stappen, vormen het re-integratiedossier. Het re-integratiedossier wordt aangevuld met de documenten, die bij de volgende stappen horen.
• Ziekmelding bij het UWV.
Ben je al 42 weken ziek, dan moet je werkgever dit melden bij het UWV.
• 1e jaars evaluatie.
Tussen week 46 en week 52 na je ziekmelding, volgt een 1e jaars evaluatie. Je werkgever en/of casemanager kijken dan samen met jou terug op het (bijna) afgelopen 1e jaar. Je werkgever legt schriftelijk vast welk re-integratieresultaat jullie in het tweede ziektejaar willen behalen en hoe jullie dat gaan doen.
• 1e en 2e spoor.
– In het 1e spoor wordt onderzocht of er voor jou passende arbeid binnen het bedrijf van je huidige werkgever is. Dit kan je huidige werkplek zijn of een andere beschikbare functie. De verzuimbegeleiding 1e spoor is een onderdeel van je re-integratiedossier en kan eventueel tegelijk met een 2e spoor worden ingezet. In het 1e spoor kan worden gekeken naar aanpassing van je werkplek, aanpassing van je functie, een gedeeltelijke werkhervatting of andere werktijden. Deze punten moeten duidelijk terugkomen in het Plan van Aanpak en in de formulieren met bijstellingen hierin. Er moet duidelijk vermeld worden, wat je mogelijkheden zijn. Zo is voor het UWV duidelijk, wat er is gedaan aan je re-integratie.
– Het 2e spoor moet worden opgestart als in het 1e spoor duidelijk wordt, dat je niet meer bij je huidige werkgever aan de slag kan. Als het 2e spoor traject start, moet dit duidelijk terugkomen in je re-integratiedossier. Een arbeidsdeskundige of bedrijfsarts kan aangeven of het nodig is om een 2e spoortraject te starten. De arbeidsdeskundige kan bepalen, wat je functiemogelijkheden zijn. In het 2e spoor gaan je werkgever en jij samen op zoek naar passende arbeid bij een andere werkgever. Passende arbeid is arbeid, die je kunt verrichten met je huidige belastbaarheid. In je re-integratiedossier moet duidelijk naar voren komen: wat voor jou passende arbeid is en wat er is gedaan om dit te vinden.
Bij de werkhervatting kun je denken aan een proefplaatsing van bijvoorbeeld 1 maand, detachering of direct overgaan naar een andere werkgever. Als je dit weigert te aanvaarden, dan kan je werkgever je loon stopzetten of je zelfs ontslaan.
• Re-integratieverslag maken.
Ben je als werknemer na 20 maanden nog niet volledig aan het werk, dan maakt de werkgever een re-integratieverslag. Dit doet hij in overleg met jou. Hierin staan alle afspraken en concrete resultaten van de geplande werkhervatting.
• WIA aanvragen.
Als alle inspanningen niet geleid hebben tot terugkeer naar een werkplek, dan stuurt het UWV in de 87e week een WIA-aanvraagformulier toe. Dit formulier moet binnen drie weken teruggestuurd zijn aan het UWV, zodat het in week 91 binnen is. Snel daarna beoordeelt het UWV je re-integratieverslag en voert de WIA-keuring uit. Als er aan de wettelijke voorwaarden is voldaan, dan ontvang je een WIA-uitkering.
Doorbetaling loon
Je werkgever is verplicht om je 2 jaar lang minimaal 70% van je laatstverdiende loon uit te betalen. Voor het 1e ziektejaar is je werkgever wettelijk verplicht minimaal het minimumloon door te betalen. In een CAO kunnen afwijkende regels staan over loondoorbetaling bij ziekte in het 1e jaar. In een aantal CAO’s staat bijvoorbeeld dat de werkgever je het 1e jaar je volledige loon moet doorbetalen.
Dat geldt niet voor het 2e ziektejaar. Dan is je werkgever niet wettelijk verplicht je minimaal het minimumloon door te betalen. Als je werkgever niet kan aantonen, dat hij zich voldoende heeft ingespannen om je te laten re-integreren, dan kan hem verplicht worden om ook het 3e jaar loon door te betalen.
Je werkgever kan zich verzekeren tegen loondoorbetaling bij ziekte met een ziekteverzuimverzekering.
Passend werk
Lukt het niet om je terug te laten keren in je oude functie, dan moet de werkgever je passend werk aanbieden binnen het bedrijf, bijvoorbeeld werken in deeltijd of met een aangepast takenpakket. In het uiterste geval kan de werkgever je een andere functie aanbieden of een baan bij een andere werkgever. Weiger je dit werk te aanvaarden, dan kan dit leiden tot stopzetting van je loon en zelfs tot ontslag.
Beoordelen van de situatie
Naast de wettelijke verplichtingen heeft je werkgever ook mogelijkheden om de situatie te beoordelen:
• Je werkgever mag je niet vragen wat je scheelt, maar wel wanneer je verwacht weer aan het werk te kunnen.
• Je werkgever kan je vragen een bezoek te brengen aan de bedrijfsarts. Die beoordeelt of je in staat bent om aangepast werk te doen en hoe lang het verzuim kan gaan duren. Ook de arbodienst kan een bezoek aan je brengen in de vorm van een spoedcontrole.
• Je werkgever kan je weer met het werk laten beginnen op arbeidstherapeutische basis. Zo kun je langzaam weer aan het werk wennen. Officieel ben je dan nog wel ziek en moet je loon doorbetaald worden.
• Als je werkgever met jou en/of arbodienst van mening verschilt over de re-integratie, dan kan hij bij het UWV een deskundigenoordeel aanvragen. Het UWV kijkt naar de geschiedenis van de re-integratie en beoordeelt, wat er is gebeurd. Het UWV geeft géén advies over hoe het verder moet.
• Een re-integratiebedrijf kan jou en je werkgever begeleiden bij je terugkeer naar het werk of naar ander werk in hetzelfde bedrijf of naar een andere werkgever.
Documenten bewaren
Het is belangrijk om alle documenten te bewaren, die met je re-integratie te maken hebben. Je moet de documenten over het re-integratieproces en de mogelijke WIA-uitkering altijd minstens 2 jaar bewaren. Je bent namelijk verplicht om je documenten aan het UWV te laten zien, als ze erom vragen. Dat kunnen loonstroken, sollicitatiebrieven en arbeidsovereenkomsten zijn. Maar het is slim om de documenten nog langer te bewaren. Ook na 2 jaar kan het UWV nog onderzoeken of het re-integratieproces en de WIA-uitkering, die je ontvangt of hebt ontvangen, wel juist verlopen is. Je bent verplicht om mee te werken als ze daarom vragen.