Weefsels – steunweefsels – tandbeen
Gebit
Alle tanden samen vormen je gebit. Tanden bestaan uit een zichtbaar deel (de kroon) en een deel, dat in het kaakbeen zit (de wortel). Een tand of kies staat niet los in het tandvlees, maar wordt vastgehouden door meer omringend steunweefsel, het tandvlees. De wortels van de kies bevinden zich in het kaakbot. Tussen de wortel, bekleed met het wortelcement, en het kaakbot zit een spleet. In deze spleet zit het parodontaal ligament. Het ligament bestaat uit vezels, die de tand of kies vasthouden in de kaak. Dat dit geen starre verbinding is, kan je voelen door een tand heen en weer te bewegen. Als het goed is moet de tand licht beweeglijk zijn. Het totaal van steunweefsels wordt het parodontium genoemd.
Tandglazuur
De tanden zijn bekleed met het glazuur rond de kroon en het cement rond de wortel. Glazuur is de buitenste beschermlaag, die de kroon van de tand bedekt. Het is door de interne structuur en het hoge gehalte aan minerale zouten het hardste weefsel, dat er in het lichaam zit, maar daarom ook erg breekbaar. De kleur van het tandglazuur varieert van geelachtig wit tot grijsachtig wit. Deze kleurvariatie is bepaald door de doorzichtigheid van het tandglazuur. Als het tandglazuur minder kalkrijk is, dan schijnt de gele kleur van het eronder gelegen tandbeen door het glazuur heen. Als het tandglazuur veel meer kalk bevat, dan is het ondoorzichtiger en de tand grijzer of witter.
Het tandglazuur wordt versterkt door het onderliggende tandbeen (dentine). Dit tandbeen beschermt tegen afbreken of splinteren van het glazuur. Het tandglazuur kan zich niet herstellen na een beschadiging.
Tandbeen (dentine)
Binnen in de tand zit een hard steunweefsel, het tandbeen (dentine). Het tandbeen is in tegenstelling tot de glazuurlaag gelig/bruin van kleur. Tandbeen (dentine) is de harde laag steunweefsel tussen de tandholte met de pulpa (wortelkanaal) en het glazuur (buitenkant) van de tand. Het is harder als bot, maar zachter als het glazuur aan de buitenkant van de tand, omdat het minder mineralen bevat. Tandbeen bestaat vooral uit hard bindweefsel, dat buisjes (dentinekanaaltjes) bevat. Deze buisjes zitten door het hele tandbeen heen en staan in verbinding met de pulpa (het wortelkanaal), zie de afbeeldingen.
Het tandbeen wordt gevormd vanuit een kiemlaag van cellen. Deze kiemlaag vormt de binnenste laag tandbeen en zit op de rand tussen de pulpa (wortelkanaal) en het tandbeen. Tandbeen kan, in tegenstelling tot glazuur, wel opnieuw gevormd worden. De cellen van de kiemlaag hebben meestal dunne uitlopers in de buisjes van het tandbeen. Deze uitlopers registreren pijn en gevoeligheid van tanden en kiezen, omdat daar zenuwuiteinden in liggen. Als gevolg daarvan is tandbeen op plaatsen waar het glazuur ontbreekt of beschadigd is, buitengewoon gevoelig voor chemische stoffen, temperatuurverschillen en mechanische prikkels, zoals tanden poetsen.
Pulpa (wortelkanaal)
De kern van de tand in het tandbeen bestaat uit de tandholte met zacht weefsel, de pulpa (het wortelkanaal). In de pulpa (wortelkanaal) zitten onder andere bindweefsel, bloedvaten en zenuwvezels.