Van zinnige- naar passende zorg bij Reumatoïde Artritis
Op 23 april 2024 bracht het Zorginstituut Nederland een verbeterplan uit voor meer passende zorg bij reumatoïde artritis (RA). Het verbeterplan bevat nieuwe afspraken voor de diagnose van RA. Ook laat het plan zien dat eerdere aanbevelingen voor biologicals en JAK-remmers opnieuw bekeken moeten worden. Daarnaast bevat het plan ook verbeterafspraken over duidelijke en vindbare patiënten-informatie over RA.
Zinnige zorg
Het Zorginstituut Nederland heeft het zorgtraject voor mensen met RA onder de loep genomen. Dit deed zij in samenwerking met patiëntenorganisaties (zoals de Nationale Vereniging ReumaZorg Nederland), zorgaanbieders, zorgprofessionals en zorgverzekeraars. Het plan bestaat uit afspraken voor 3 verschillende fases in de zorg voor RA: diagnose, behandeling en preventie. In dit ‘zinnige zorg’ project van het Zorginstituut Nederland is de afgelopen jaren gekeken naar hoe passende zorg voor RA geleverd kan worden. Passende zorg bestaat uit kwalitatief goede en effectieve zorg. Ook moet deze zorg op de juiste plek geleverd worden. Daarnaast gebeurt passende zorg in samenwerking met de patiënt. Hieronder wordt specifieker ingegaan op wat de verbeterafspraken inhouden en wat deze betekenen voor mensen met RA.
Diagnose
De aanbevelingen laten zien dat veel huisartsen bloedonderzoek aanvragen voor een RA diagnose. Dit bloedonderzoek slaagt er echter niet altijd in om RA te herkennen of uit te sluiten. Daarom moet de huisarts bij een vermoeden van RA altijd doorverwijzen naar de reumatoloog. Daarnaast moeten ook de aanbevelingen voor röntgenfoto’s voor handen en voeten aangepast worden. Voor mensen in een vroege fase van RA helpen röntgenfoto’s namelijk niet goed bij het vaststellen van de diagnose van RA. Dit komt doordat er zo vroeg vaak nog weinig tot niks te zien is van de ziekteontwikkeling. Toch worden röntgenfoto’s in de praktijk nog vaak gemaakt. De verbeterafspraken vragen dan ook om meer verduidelijking in de richtlijnen over het maken van röntgenfoto’s voor de diagnose van RA.
Behandeling
Bij de behandeling van RA worden vaak JAK-remmers en biologicals gebruikt. De inzet van deze geneesmiddelen gebeurt al zo veel mogelijk prijsbewust. Toch willen de verbeterafspraken hier nog meer rekening mee houden. Daarnaast is het goed om waar mogelijk te kiezen voor een biosimilar. Biosimilars zijn een alternatief voor de originele biological. Vooral voor mensen die starten met een biological en voor zwangere vrouwen die deze medicatie gaan gebruiken, is een goed gesprek en een bewust keuze van belang. Daarnaast kunnen mensen die JAK-remmers gebruiken een verhoogd risico lopen op andere aandoeningen zoals hart- en vaatziekten. Verduidelijking van de richtlijnen kan helpen bepalen wanneer en bij wie deze medicijnen het best kunnen worden ingezet.
Preventie
Over het algemeen zijn er enkele verbeterpunten voor de communicatie en adviezen voor mensen met RA. Zo hebben mensen met RA een verhoogde kans op hart- en vaatziekten. Maar, bij maar weinig mensen wordt risicomanagement ingezet. Risicomanagement kan het persoonlijk risico op deze aandoeningen verlagen. Daarom moet er betere communicatie komen naar mensen met RA over wat dit risicomanagement inhoudt. Ook moet er voor infectieziekten en het pneumokokken virus betere eenduidige informatie komen. Mensen met RA lopen namelijk een verhoogd risico op infectieziekten. Daarnaast zal het verbeteren van voorlichting ervoor kunnen zorgen dat meer mensen met RA zich vaccineren tegen pneumokokken.
Bron
Zinnige zorg – Zorginstituut Nederland