Spier-skeletstelsel – pezen

Pezen
Pezen verbinden de spieren met de botten. Alle spierbundels en ook de spier zelf zijn omgeven door een vlies van bindweefsel. Deze vliezen komen aan elke kant van de spier samen en vormen daar een stevige pees. Met de pees is de spier goed vastgehecht aan het beenvlies van het bot. Een spier is dus nooit zelf direct vastgehecht aan het bot. De kracht en energie vanuit de samentrekkende spier wordt via de pees overgedragen op het bot. Hierdoor ontstaat beweging in het gewricht. De pezen zorgen er dus voor, dat de spieren aan de botten hechten en ze spelen een belangrijke rol bij het bewegen.

Structuur pezen
Pezen bestaan uit witachtig bindweefsel, dat de bundels spiervezels samenbindt en dat stevig en elastisch van structuur is. Een pees komt aan de ene kant uit het spierlichaam en aan de andere kant zit de pees stevig vast aan het bot, waarbij een aantal vezels ingebed ligt in de botstructuur. Pezen bevatten maar weinig zenuwuiteinden en weinig bloedcellen. Daarom zijn ze weinig doorbloed en genezen langzaam, als ze beschadigd zijn.
• Pezen zijn opgebouwd uit in de lengterichting verlopende vezelbundels. De vezelbundels bestaan uit: collageen, cellen en extracellulaire matrix (tussencelstof). Collageen is opgebouwd uit eiwitten. In de extracellulaire matrix (tussencelstof) liggen de cellen en de matrix is het transportmiddel voor voedingstoffen.
• Sommige pezen liggen in een peesschede, bijvoorbeeld de pezen in de vingers. De peesschede is een buis die met synoviaal vocht gevuld is en de pees beschermt, isoleert en smeert om druk of wrijving te beperken. De peesschede geeft de pees de nodige bewegingsruimte.
• Een slijmbeurs ligt in een gewricht tussen de pees en het bot en is een soort kussentje, dat met vocht gevuld is. Het zorgt ervoor dat de pees niet over het bot of de huid schuurt. Hierdoor wordt wrijving en beschadiging voorkomen. Slijmbeurzen zitten bijvoorbeeld op de hiel, in de ellenboog en in de schouder.
• Aan het spierweefsel, dat de wand van het hart vormt en de pompbeweging veroorzaakt, zit een ongebruikelijke pees vast. Deze pees bestaat uit verdikt, vezelig bindweefsel met stevige draden in de hartspier, die de structuur van het spierweefsel verstevigen. Het verdikte, vezelige bindweefsel vormt ondersteunende ringen in het spierweefsel op plaatsen waar de grote bloedvaten het hart binnenkomen.

Typen pezen
Het ene type pees is dun en geeft snel mee. Hierdoor is minder kracht nodig om dit type pees te ontrollen en te strekken. Met deze pezen worden spieren aangehecht aan de botten van gewrichten, die vrij grote beweeglijkheid nodig hebben. Denk bijvoorbeeld aan het heupgewricht.
Het andere type pees is een lange, dikke elastische band. Deze pezen kunnen veel energie opslaan en zijn sterker dan het dunnere type pees. Ze moeten met meer kracht worden gestrekt. Dergelijke pezen zitten bij gewrichten die minder beweeglijkheid vragen, zoals het kniegewricht.

Werking pezen
Pezen zijn heel sterk, maar kunnen zelf niet samentrekken. De pezen bewegen wel met een samentrekkende spier mee, waardoor ze het bot, waar ze aan vastzitten, meetrekken. Daardoor ontstaat beweging. Sommige pezen zijn heel lang, omdat de spier en het bijbehorende bot ver van elkaar vandaan liggen. Een voorbeeld is de hand, waarbij in de vingers namelijk geen spieren zitten, maar pezen. Om de vingers te kunnen buigen en te kunnen strekken, moet je via de pezen de spieren aanspannen, die in je onderarm bij de ellenboog liggen.

 

pezen