Risico op longziekten bij RA
Als je Reumatoïde Artritis (RA) hebt, dan loop je risico op het ontwikkelen van comorbiditeiten. Zo is de kans dat je gezondheidsproblemen krijgt met je longen groter dan bij mensen zonder RA. Op woensdag 16 augustus organiseerde EULAR een webinar over het ontwikkelen van longziekten bij RA. Prof. Jeffrey Sparks vertelde over onderzoek rondom dit thema en bracht ons op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op het gebied van risicofactoren, screening, en de behandeling.
Interstitiële longziekten (ILD)
Het webinar stond in het teken van Interstitiële longziekten (ILD). Dit is een verzamelnaam voor ongeveer 150 verschillende aandoeningen die de werking van de longen verslechteren. Onder ILD vallen longziekten waarbij het longweefsel is aangetast. Doordat de ruimte tussen de longblaasjes en de bloedvaten afneemt, kun je klachten ervaren als kortademigheid, benauwdheid, hoesten en vermoeidheid. Longfibrose valt ook binnen ILD. Dit is een aandoening waarbij je te veel bindweefsel in je longen krijgt en er littekens rondom de longblaasjes ontstaan. Auto-immuunziekten, zoals RA, kunnen ILD veroorzaken.
Als je RA en ILD hebt, ook wel RA-ILD, dan loop je het risico om eerder te overlijden dan als je RA hebt zonder ILD. Je kunt al ILD hebben voordat je de diagnose RA krijgt. Maar het kan ook zo zijn dat je ILD ontwikkelt nadat je de diagnose RA hebt gekregen. Ongeveer 1 op de 10 mensen met RA heeft of ontwikkelt ILD. De klachten, het verloop van de ziekte, mogelijke behandelingen en de prognose zijn afhankelijk van het type ILD dat je hebt.
Verschillende types longziekten
Er zijn verschillende vormen of subtypes van ILD. Een type dat veel voorkomt bij RA is Usual Interstitial Pneumonia (UIP), of Gebruikelijke Interstitiële Pneumonie. UIP kenmerkt zich onder andere door littekenvorming in de longen en verwijde en ontstoken luchtwegen. De kans dat iemand met RA overlijdt aan UIP is groter dan bij andere subtypes van ILD.
Een ander subtype van ILD waar veel mensen met RA mee te maken hebben, is Nonspecific Interstitial Pneumonia (NSIP), of Niet-Specifieke Interstitiële Pneumonie. Dit is meer een ontstekingssubtype, omdat het te maken heeft met ontstekingen van cellen in de longen. Dit type kun je onder andere herkennen aan een wazig, wit gevlekt patroon op een CT-scan van de longen.
Risicofactoren voor het ontwikkelen van longziekten bij RA
Er bestaan verschillende factoren die het risico op het ontwikkelen van longziekten bij RA verhogen. Zo lopen mannen een hoger risico, net als mensen die roken of overgewicht hebben. Ook comorbiditeiten zoals astma en COPD verhogen het risico op het ontwikkelen van ILD. Daarnaast lopen mensen die al lange tijd RA hebben, die op late leeftijd de diagnose hebben gekregen en die een hoge ziekteactiviteit hebben, meer risico op het krijgen van ILD. Daarbij geldt dat hoe hoger je ziekteactiviteit is, hoe meer risico je loopt. Ben je in remissie of heb je een lage ziekteactiviteit, dan loop je minder risico.
Verder lijken bepaalde genen een rol te spelen. Die zouden je risico op het ontwikkelen van longziekten verhogen. Onderzoekers brengen ook sommige antistoffen in verband met RA-ILD, zoals filaggrine. Daarnaast lijkt de telomeerlengte, de uiteinden van chromosomen, een rol te spelen bij het ontwikkelen van ILD. Mensen met een korte telomeerlengte hebben meer kans op het krijgen van ILD. Dit zou kunnen komen doordat het longweefsel zichzelf niet goed kan vernieuwen als de telomeren te kort zijn.
Iemand die te maken heeft met veel risicofactoren, bijvoorbeeld een man met een hoge ziekteactiviteit die pas na zijn 58e jaar de diagnose heeft gekregen, loopt een hoog risico op het ontwikkelen van RA-ILD. Dit maakt het belangrijk om mensen met RA te screenen op de risicofactoren voor ILD. Door screening kunnen artsen ILD eerder opsporen en behandelen, met een betere gezondheid tot gevolg. Het nog beter in kaart brengen en verder onderzoeken van de risicofactoren kan betere screening in de toekomst mogelijk maken.
Medicijnen bij RA-ILD
Om RA onder controle te krijgen, gebruik je vaak medicijnen. Maar die kunnen ook een effect hebben op ILD. Het kan voorkomen dat methotrexaat longontsteking veroorzaakt, maar dit is zeldzaam. Als je methotrexaat gebruikt zou je in elk geval geen hoger risico lopen op het ontwikkelen van ILD, zo blijkt uit meerdere studies. Voor andere reumamedicijnen is het nog niet zo duidelijk welk effect zij hebben op ILD. Gebruik van tofacitinib zou zorgen voor een lager risico op het ontwikkelen van longziekten dan een biological, zoals adalimumab. Maar ander onderzoek laat juist geen verschil zien tussen een JAK-remmer of een TNF-a-remmer en je risico op het ontwikkelen van RA-ILD. Hier lijkt tofacitinib het risico niet te verlagen. Meer onderzoek hiernaar is nodig.
Bij fibrotische RA-ILD lijkt onderzoek aan te tonen dat de medicijnen nintedanib en pirfenidon de ziekte kunnen afremmen. Als de ILD fibrotisch is dan kan je ook kiezen voor een behandeling met anti-fibrotische medicijnen.
Artsen kunnen met scans in de gaten houden hoe RA-ILD zich ontwikkelt en of een behandeling aanslaat. Vaak maken zij gebruik van een CT-scan. Een röntgenfoto van de borst werkt minder goed. Ultrasound biedt wel veelbelovende mogelijkheden. Maar ook op dit gebied is meer onderzoek noodzakelijk.
Belang van een multidisciplinaire behandeling
Bij de behandeling zou de focus in elk geval moeten liggen op het verminderen van de ontstekingen van de reuma. Een lage ziekteactiviteit verkleint namelijk het risico op het ontwikkelen van longziekten. Als iemand RA-ILD heeft is het belangrijk om te kijken naar de longactiviteit en het soort ILD. De behandeling hangt af van hoe ernstig de RA en ILD zijn. Vaak heb je verschillende medicijnen nodig voor de verschillende ziektes. Het is dan belangrijk dat je zorgprofessional in de gaten houdt hoe deze medicijnen met elkaar reageren. Ook moet er gekeken worden naar bijkomende factoren die de ziekte erger kunnen maken, zoals roken, een infectie, COPD of astma. Verder moet je er rekening mee houden dat de kans op een infectie of longontsteking toeneemt als je medicijnen gebruikt die je afweer onderdrukken krijgt. Maar afweeronderdrukkende medicijnen lijken RA-ILD ook te verminderen.
De heilige graal zou één medicijn zijn dat zowel de longen als de gewrichten behandelt. Door meer onderzoek hopen wetenschappers te ontdekken welk medicijn dit zou kunnen zijn. Kandidaten zijn glucocorticoïden, rituximab, abatacept, tocilizumab, mycofenolaatmofetil en cyclofosfamide. Er is steeds meer voortuitgang in het begrijpen van het verloop van RA-ILD en het identificeren van risicofactoren. Bovendien ontwikkelt de behandeling zich steeds verder. Daarbij is een multidisciplinaire aanpak van het grootste belang. Niet alleen voor de behandeling, maar ook voor de diagnose en monitoring. Denk aan samenwerking tussen longartsen, radiologen en reumatologen.