Zou je door je voedingspatroon aan te passen minder last hebben van reuma? Het Louis Bolk instituut deed onderzoek naar de invloed van het eetpatroon van mensen met Multiple Sclerose (MS) en reuma op de klachten die zij ervaren. Het blijkt dat mensen die minder bewerkt voedsel, suikers en koolhydraten binnen krijgen minder last hebben van hun aandoening bij het dagelijks functioneren. In onderstaande een bericht van de nationale zorggids.
Het Louis Bolk Instituut deed onderzoek onder 120 reuma- en 180 MS-patiënten. Deze doelgroep kreeg bepaalde voeding voorgeschreven. Het aanpassen van het voedingspatroon ging volgens de richtlijnen van voedingsconcept Voeding Leeft. Deze stichting ontwikkelt leefstijlprogramma’s over gezonde voeding. De onderzoekers van het Louis Bolk Instituut wilden de haalbaarheid en waardering van Voeding Leeft testen, maar ook de patiënten zelf laten ervaren wat betere voeding voor hen kan doen.
Vooruitgang door minder suiker en koolhydraten
Wanneer minder suiker en koolhydraten werden gegeten, voelden de patiënten zich gezonder. Mensen met MS voelden zich minder vermoeid, een effect dat ook zes maanden na de begeleiding nog zichtbaar was. Ook reumapatiënten zagen vooruitgang in hun gezondheid. Een verbetering in het dagelijks functioneren werd bij deze groep gesignaleerd, zowel tijdens als na het voedingsonderzoek. Ook werd aangetoond dat het aanpassen van de voeding een positief effect kan hebben op de klachten bij MS, reuma en fibromyalgie.
Kleine investering, grote winst
Het bleek voor een aantal deelnemers lastig om de overstap te maken, zoals het laten staan van tussendoortjes en de langere bereidingstijd van het eten. “Gezien de grote groep deelnemers die duidelijke gezondheidswinst boekte zijn dit kleine obstakels”, aldus Peter Voshol, onderzoeker Voeding en Gezondheid bij het Louis Bolk Instituut. Volgens de onderzoeker is het vooral belangrijk om naar de patiënt te luisteren zodat zij hun doel kunnen bereiken.
Elkaar helpen te veranderen
Door middel van bijeenkomsten, een online community en informatiefolders werden de deelnemers geholpen bij het invoeren van hun nieuwe voedingspatroon. Volgens de onderzoekers zorgde de groepsopzet er voor dat het grootste deel van de patiënten zich goed aan de richtlijnen hield.