Bijna 1,5 miljoen Nederlanders hebben artrose. Naar verwachting loopt dit aantal de komende jaren alleen nog maar verder op. Helaas bestaat er nog geen medicijn dat artrose kan genezen. Het Maastricht UMC+ onderzoekt kandidaatgeneesmiddelen, mogelijke nieuwe medicijnen, voor artrose. Daarvoor ontvangt het ziekenhuis een subsidie van drie miljoen euro. Dankzij die subsidie kan het Maastricht UMC+ de positieve effecten van bepaalde stoffen onderzoeken. Daarmee hopen de onderzoekers verder te komen in het ontwikkelen van een medicijn tegen artrose.
Er bestaat nog geen behandeling die artrose kan genezen. Wel is behandeling mogelijk om artrose af te remmen. Daarbij is het belangrijk om voldoende in beweging te blijven. Wanneer het echt niet meer gaat, kunnen mensen met artrose in de knie of heup een prothese krijgen (een kunstknie of -heup). Daarvoor is een ingrijpende operatie nodig, waarna vaak een lange revalidatieperiode volgt. Daar komt bij dat zo’n prothese na 10 tot 15 jaar vervangen moet worden. Kortom, het behandelen van artrose is op dit moment behoorlijk ingrijpend en bovendien erg duur. Het onderzoek van het Maastricht UMC+ is daarom gericht op het afremmen of zelfs voorkomen van artrose.
Artrose heeft alles te maken met je kraakbeen. Als je artrose hebt, is het kraakbeen rondom je gewrichten (bijna) helemaal weggesleten. Daardoor schuren de botten bij die gewrichten bij het bewegen over elkaar. Dat levert veel pijn op. Kraakbeen speelt dan ook een belangrijke rol in het onderzoek naar nieuwe geneesmiddelen voor artrose. Prof. dr. Lodewijk van Rhijn en prof. Tim Welting onderzoeken artrose op celniveau. Ze proberen zo aanknopingspunten te vinden voor nieuwe behandelmogelijkheden. Er bestaan verschillende soorten kraakbeencellen. Na lang onderzoek zijn Welting en Van Rhijn erin geslaagd een manier te ontwikkelen om te onderzoeken hoe ziek of gezond die verschillende kraakbeencellen zijn.
Met behulp van de miljoenensubsidie is het mogelijk om een stap verder te gaan in het onderzoek naar geneesmiddelen voor artrose. Er is nog niet veel bekend over de reactie van de verschillende kraakbeencellen op geneesmiddelen. Daarom gaan de onderzoekers de kraakbeencellen blootstellen aan duizenden geneesmiddelen. Wanneer een geneesmiddel een positief effect heeft, selecteren de wetenschappers het voor nader onderzoek. Hierbij gebruiken ze menselijke kraakbeencellen om het precieze effect van de verschillende geneesmiddelen op de (omgeving van) de cellen te bekijken. Zo blijven uiteindelijk alleen de geneesmiddelen die de grootste kans van slagen hebben over.
Daarnaast gaat het onderzoeksteam de verschillende kraakbeencellen onderzoeken op genetisch niveau. Aan de hand daarvan kunnen de onderzoekers bepalen welke genen een grote rol spelen bij artrose. Bovendien onderzoekt het team manieren om te bepalen welke behandeling het beste werkt bij welke patiënt. Zo kunnen artsen in de toekomst zo snel mogelijk de juiste behandeling starten.
Het onderzoek van het Maastricht UMC+ is, volgens de onderzoekers zelf, het eerste academische onderzoek dat geneesmiddelen test aan de hand van de gezondheid van kraakbeencellen. Het onderzoek staat dus aan de basis van het afremmen of hopelijk zelfs helemaal stoppen van artrose. Zo’n grootschalig onderzoek heeft alleen wel even tijd nodig. De onderzoekers hopen over 5 tot 10 jaar een geneesmiddel te selecteren dat ze verder kunnen onderzoeken.