Meer duidelijkheid over valpreventie bij ouderen
Veel ouderen vallen wel eens. Vallen kan zorgen voor bijvoorbeeld botbreuken. Dat leidt tot pijn en verminderde zelfstandigheid. Valpreventie vermindert of voorkomt valongelukken door risicofactoren aan te pakken. Zorginstituut Nederland stelt dat trainingsprogramma’s voor ouderen effectief zijn. En dat deze programma’s uit het basispakket vergoed kunnen worden.
Weinig valpreventieve zorg
Effectieve zorg voor ouderen die een hoog risico hebben om te vallen. Dat is valpreventie. Ouderen vallen door deze zorg minder vaak. En ze krijgen een betere kwaliteit van leven. Maar veel ouderen die het risico lopen te vallen, krijgen geen valpreventieve zorg. Dat blijkt uit onderzoek van het Nivel en Tranzo (Tilburg Universiteit). Valpreventie kan echter erg belangrijk zijn om ongelukken te voorkomen.
De zorg bij valpreventie in 3 stappen
De zorg bij valpreventie bestaat uit 3 stappen:
- Een test om te bepalen of een oudere een hoog risico heeft om te vallen
- De oorzaken van dat hoge risico analyseren, bijvoorbeeld verminderde spierkracht of evenwicht
- Advies op maat om het valrisico te verkleinen, zoals aanpassingen in de medicatie of een trainingsprogramma
Trainingsprogramma’s
Trainingsprogramma’s kunnen helpen bij valpreventie. Zo kunnen ouderen oefenen bij het verbeteren van hun evenwicht. Of de programma’s focussen op het krijgen van spierkracht. Maar ook oefenen met lopen helpt. Door deze trainingsprogramma’s vallen minder ouderen. De programma’s kunnen in een groep worden aangeboden. Zo komen ouderen met elkaar in contact. Bovendien is het goedkoper dan een individueel programma.
Samenwerking belangrijk
Het Nivel doet onderzoek naar de implementatie van valpreventie. De implementatie blijkt lastig te zijn. Gemeenten en zorgverzekeraars zouden hierbij beter moeten samenwerken. Door de 3 stappen van valpreventie samen te organiseren, voorkomen zij valongelukken bij ouderen beter. Ook zouden verschillende zorgverleners beter moeten samenwerken. Zo kunnen zij samen een goed beeld krijgen van de situatie. En een geschikte behandeling bedenken. Daarbij is de motivatie van de oudere erg belangrijk. Schaamte en onrealistische verwachtingen kunnen ouderen tegenhouden om valpreventieve zorg te accepteren. Vaak zijn ouderen zich ook niet bewust van het belang van valpreventie. Ze zijn dan niet altijd bereid om hier tijd en geld in te steken.
Vergoeding van valpreventie
Volgens het Zorginstituut kan valpreventie uit het basispakket vergoed worden. Testen of iemand een hoog valrisico heeft valt vaak al onder de gebruikelijke zorg. Net als het analyseren van de oorzaken van dat risico. Dit doet bijvoorbeeld de huisarts of wijkverpleegkundige. Er zitten ook al veel onderdelen van het advies op maat in het basispakket. Zoals een staaroperatie of ergotherapeut. Maar aanpassingen als niet-orthopedische schoenen of een traplift vallen niet in het basispakket. Ook trainingsprogramma’s met een fysiotherapeut worden niet standaard vergoed. Het ministerie van VWS moet besluiten of en hoe valpreventie beter in het basispakket kan worden opgenomen.
Meer onderzoek en inspanningen nodig
Meer onderzoek naar de implementatie van valpreventieve zorg is nodig. Dat kan ouderen helpen ongelukken te voorkomen. Ouderen zouden zelf bij deze zorg betrokken moeten worden. Ook zouden betrokken partijen meer inspanningen moeten leveren voor goede samenwerking. Zo kan de valpreventie verbeterd worden, wat de kwaliteit van leven van ouderen verbeterd.