Medicijn – stoppen
Stoppen met je medicijn
Als je wilt stoppen met een medicijn, dat je kort of langer voorgeschreven krijgt, overleg dan altijd met je dokter. Je dokter heeft je een medicijn voorgeschreven met een op jou afgestemde dosering. Om de juiste dosering te bepalen, heeft de dokter gekeken naar jouw specifieke situatie. Er is bijvoorbeeld rekening gehouden met je ziekteactiviteit, maar ook met andere medicijnen, die je al gebruikt. Zelf je medicijndosering aanpassen of meteen stoppen, moet je altijd in overleg met je dokter of apotheek doen. Als je zomaar stopt met een medicijn of zelf de dosering aanpast, kun je bijwerkingen krijgen of het medicijn werkt niet goed meer. Dan wordt je daar weer ziek van.
Opletten met de afbouw en stoppen met bepaalde medicijnen
Als je bepaalde medicijnen gebruikt, zoals slaapmiddelen, zware pijnstillers, medicijnen tegen depressie, ontstekingen of epilepsie, dan moet je die altijd langzaam afbouwen. Het plotseling stoppen of te snel afbouwen kan bijwerkingen en andere problemen geven, dus je moet dat in overleg met je dokter doen. Hieronder vind je er meer informatie over.
Medicijnkuur
Als je een medicijnkuur krijgt, dan moet je deze altijd afmaken. Het is niet goed om te stoppen vóórdat een medicijnkuur afgelopen is, want dan werkt het medicijn niet goed en loop je de kans dat er nog virussen of bacteriën in je lichaam blijven zitten, die zich weer kunnen vermenigvuldigen. Als het virus of de bacterie in je lichaam actief blijft, dan krijg je op termijn weer klachten of complicaties en wordt de ziekte erger. Op den duur kun je resistent worden tegen de medicijnen, die je krijgt voorgeschreven. Het helemaal afmaken van de kuur is dus belangrijk om beter te worden. En door de kuur helemaal af te maken, is de kans het grootst dat alle virus- of bacterieresten uit je lichaam verdwijnen.
Stoppen met een medicijn: slaapmiddel en zware pijnstiller
Slaapmiddelen en zware pijnstillers
Deze groep bestaat uit medicijnen, die lichamelijk en geestelijk verslavend werken. Je moet ze vaak voor langere tijd gebruiken en je kunt niet zomaar stoppen. Je moet met deze medicijnen langzaam stoppen om bijwerkingen en/of ontwenningsverschijnselen te voorkomen. Bij een verslaving raakt je lichaam gewend aan het medicijn. Je valt er gemakkelijk mee in slaap of de pijn wordt steeds minder of verdwijnt bij gebruik van het medicijn. Bij geestelijke afhankelijkheid bij een verslaving denken je hersenen, dat ze niet meer zonder het medicijn kunnen werken. Je wilt dat medicijn steeds weer gebruiken, het voelt als ‘moeten’ en het wordt steeds moeilijker om zonder dit medicijn te leven. Alleen al de gedachte het zonder dat medicijn te moeten doen, is doodeng. Wanneer ben je dan verslaafd? Dat is het moment waarop je niet meer zonder het medicijn kunt: het is een noodzaak geworden.
Waarom kun je niet zomaar stoppen? Gebruik je deze medicijnen al een tijd en stop je meteen, dan kun je ontwenningsverschijnselen krijgen. Door het gebruik van de medicijnen zijn je hersenen ‘veranderd’. Waar je in eerste instantie het medicijn gebruikt, omdat het je een fijn gevoel geeft, verandert dit langzaam naar ‘moeten’ gebruiken of doen. Je voelt je anders niet meer goed en hebt het medicijn nodig om te kunnen functioneren. Daarnaast zorgen ontwenningsverschijnselen ervoor, dat het soms onmogelijk lijkt om te stoppen met de medicijnen.
Slaapmiddelen
Slaapmiddelen lossen de oorzaak van je slaapproblemen niet op. Maar ze kunnen je wel helpen om in slaap te vallen. De werkzame stoffen in slaapmiddelen zijn: midazolam, temazepam, zopiclon, oxazepam en lorazepam. Je raakt snel gewend aan de slaapmiddelen, maar als je ze langer dan 2 weken gebruikt, helpen ze steeds minder. Je hebt dan langzamerhand een steeds grotere hoeveelheid slaapmiddelen nodig om te kunnen slapen. Slaapmiddelen blijven langer in je bloed dan nodig is.
Het wordt, als je de slaapmiddelen langer gebruikt, ook steeds moeilijker om te stoppen. Je kunt ontwenningsverschijnselen krijgen, als je ermee stopt. Ontwenningsverschijnselen zijn bij benzodiazepinen onder andere: angst, onrust, misselijkheid, hoofdpijn, diarree, beven, verwardheid, slapeloosheid, vaak wakker worden en veel dromen. Dit zorgt voor sufheid overdag, je reageert minder snel en je kunt je minder goed concentreren. Je loopt meer kans op een ongeluk, je geheugen werkt minder goed en als je al wat ouder bent, loop je kans dat je sneller valt en iets breekt. Tijdens je slaap kun je een verminderde ademhaling krijgen (gevaarlijk bij slaapapneu of longproblemen). Ook kun je last hebben van duizelig zijn, somber zijn, geen interesse meer in wat er om je heen gebeurt, moe zijn, geen of minder zin in vrijen, geheugenverlies en snurken als je slaapt. Overleg altijd met je dokter, wanneer je het medicijn wilt verminderen of af wilt bouwen en stoppen.
Zware pijnstillers
In zware pijnstillers (opioïden/opiaten) zitten werkzame stoffen, die sterk pijnstillend werken. Dat zijn bijvoorbeeld: fentanyl, morfine en oxycodon. Als je iedere dag sterke pijnstillers gebruikt, kan dit zorgen voor sufheid en slaperigheid overdag en klachten als verwardheid, stemmingswisselingen, gapen, tranen, zweten en geheugenverlies. De laatste jaren worden deze pijnstillers ook steeds vaker door de dokter op recept voorgeschreven bij (chronische) pijn, bijvoorbeeld bij reuma. In de afgelopen tien jaar is het aantal mensen, dat opioïden op recept gebruikt enorm toegenomen.
Opioïden zijn sterke pijnstillers. Ze werken goed bij acute ernstige pijn, maar ze kunnen er ook voor zorgen, dat je last van psychologische en sociale problemen krijgt. Je krijgt last van stemmingswisselingen, geheugenverlies, last van suïcidale gedachten en/of je sociale leven wordt beïnvloed in verband met je werk en relaties. Daarnaast kan de pijn aanhouden en toenemen, zodat de dosering, waarop je begon, na een tijdje niet meer voldoende is. Dan zal de dosering verhoogd moeten worden. Het wordt dan moeilijk om nog te functioneren zonder opioïden en dat betekent afhankelijkheid van het medicijn. Hoe langer je gebruikt, hoe groter het risico op verslaving is. Overleg altijd met je dokter, wanneer je het medicijn wilt verminderen of af wilt bouwen en stoppen.
Begeleiding bij afbouw
Je moet goed begeleid worden bij de afbouw van slaapmiddelen en sterke pijnstillers, zodat de ontwenningsverschijnselen goed aangepakt kunnen worden. Overleg daarom altijd met je dokter of apotheek over een langzame afbouw door steeds wat minder van het medicijn te gebruiken. Je krijgt minder ontwenningsverschijnselen door langzaam af te bouwen. Het afbouwen kan bijwerkingen geven, die lijken op de klachten waarmee je begon.
Stoppen met een medicijn tegen depressie, ontstekingen of epilepsie
Medicijnen tegen depressie, ontstekingsreacties en epilepsie
Deze medicijnen zijn niet verslavend, maar toch kun je hier niet zomaar mee stoppen. Net als bij verslavende medicijnen moet je met deze medicijnen langzaam stoppen om bijwerkingen en/of ontwenningsverschijnselen te voorkomen.
Medicijnen tegen depressie
De werkzame stoffen in de medicijnen tegen depressie (antidepressiva) zijn fluoxetine, paroxetine, amitriptyline, mirtazepine, venlafaxine. De meeste mensen bouwen hun medicijnen tegen depressie zonder problemen af. Maar niet iedereen lukt dat. Soms heb je een terugval, waarbij je opnieuw last van depressieve gevoelens of angstklachten krijgt. Je kunt ook ontwenningsverschijnselen krijgen, omdat je lichaam moet wennen aan een lagere dosis medicijn, het stoppen met je medicijn of te snel afbouwen. Ontwenningsverschijnselen verdwijnen meestal vanzelf. Dit kan een paar dagen duren, soms een week, maar soms ook langer. Het verschil tussen een terugval en ontwenningsverschijnselen is soms lastig te bepalen. De meest genoemde klachten bij het stoppen met medicijnen tegen depressie zijn: een griepachtig gevoel (hoofdpijn, moeheid, rillingen, verminderde eetlust), slaapproblemen, psychische klachten, misselijkheid, maag-darm klachten, duizeligheid, evenwichtsproblemen, problemen met bewegen, elektrische schokjes of trillende handen of armen, storing in signalen van zintuigen, prikkelbaarheid, spanning, angst, somberheid. Overleg altijd met je dokter, wanneer je wilt gaan verminderen of af wilt bouwen en stoppen.
Medicijnen tegen ontstekingsreacties
Corticosteroïden zijn medicijnen, die zijn afgeleid van bijnierschorshormonen. Een werkzame stof is prednison. Corticosteroïden worden gegeven bij verschillende ziekten, waarbij ontstekingsverschijnselen een rol spelen, zoals bij: astma, chronische longziekten, reuma en allergische reacties. Het medicijn kan gegeven worden als ‘stootkuur’ (periode van enkele dagen tot weken) of als onderhoudsbehandeling voor een langere periode. Deze groep medicijnen is de synthetisch gemaakte variant van het bijnierschorshormoon, dat je lichaam zelf aanmaakt. Deze hormonen remmen ontstekingsreacties en overgevoeligheidsreacties, bijvoorbeeld huiduitslag na contact met een vreemde stof.
Je mag nooit zomaar stoppen met deze medicijnen als je ze langer dan drie weken achter elkaar hebt gebruikt. Je lichaam is intussen gewend geraakt aan het medicijn. In één keer stoppen met het medicijn kan erg gevaarlijk zijn. Je lichaam maakt zelf namelijk minder lichaamseigen bijnierschorshormoon aan, nu je het medicijn langer gebruikt. Het synthetisch gemaakte bijnierschorshormoon in het medicijn lijkt op het hormoon, dat je lichaam zelf aanmaakt in de bijnieren. Bij langdurig gebruik van een corticosteroïde gaat je lichaam het synthetisch gemaakte bijnierschorshormoon zien als een eigen hormoon. Je lichaam gaat dan het teveel aan hormonen compenseren door zelf minder lichaamseigen bijnierschorshormoon aan te maken. Maar als je dan (plotseling) stopt, kan je eigen lichaam niet zo snel starten met het aanmaken van het lichaamseigen bijnierschorshormoon. Er ontstaat dan een tekort aan het bijnierschorshormoon in je lichaam. Daarom moet je het medicijn, dat je gebruikt, langzaam afbouwen. Dan krijgt je lichaam de tijd om weer normaal te gaan werken en zelf genoeg lichaamseigen bijnierschorshormoon aan te maken. Als je plotseling zou stoppen, dan zijn mogelijke ontwenningsverschijnselen bij medicijnen tegen ontstekingsreacties: koorts, spierpijn, gewrichtspijn, malaise/zwakte, hoofdpijn, hartkloppingen, misselijkheid, duizeligheid, diarree en vermoeidheid.
Als je lichamelijke klachten terugkomen tijdens het afbouwen van het medicijn, dan moet je de dosering van de week ervoor herhalen. Als je klachten verbeteren, dan probeer je een week later weer verder af te bouwen. Overleg altijd met je dokter, wanneer je het medicijn wilt verminderen of af wilt bouwen en stoppen.
Medicijnen tegen epilepsie
De werkzame stoffen in de medicijnen tegen epilepsie (anti-epileptica) zijn carbamazepine, fenytoïne, valproïnezuur. Anti-epileptica is een groep van medicijnen, die overmatige ontlading van de hersencellen proberen te onderdrukken en hierdoor epileptische aanvallen te voorkomen. De behandeling met medicijnen duurt meestal jaren en soms zelfs een leven lang, afhankelijk van de onderliggende oorzaak van de epileptische aanvallen. Je moet je medicijnen regelmatig innemen, want na het overslaan van één of meerdere doses wordt het risico op een epileptische aanval groter. Soms kan in overleg besloten worden om te gaan proberen of het medicijn kan worden afgebouwd, als je door de medicijnen aanvalsvrij bent geworden. Bij een grote groep lukt het om zonder medicijnen door te gaan en aanvalsvrij te blijven. Maar anderen krijgen toch weer aanvallen, waarop de behandeling met medicijnen hervat moet worden. Ontwenningsverschijnselen zijn bij medicijnen tegen epilepsie: epileptische aanvallen (onttrekkingsinsult). Of je een medicijn kunt afbouwen, hangt af van het type epilepsie, dat je hebt. Het is belangrijk nooit ineens te stoppen met het innemen van het medicijn. Dat kan namelijk ernstige en langdurige aanvallen uitlokken. Overleg altijd met je dokter, wanneer je het medicijn wilt verminderen of af wilt bouwen en stoppen.
Begeleiding bij afbouw
Als je wilt stoppen met medicijnen, overleg dat altijd met je dokter of apotheek. Je moet de tijd nemen om (langzaam) af te bouwen in stapjes door steeds wat minder van het medicijn te gaan gebruiken in overleg met je dokter. Als je te snel stopt met het gebruik van deze medicijnen, kun je je erg vervelend voelen door ontwenningsverschijnselen. De klachten verschillen per type medicijn. Het afbouwen kan bijwerkingen geven, die lijken op de klachten waarmee je begon.
Stoppen met een medicijn tegen hoofdpijn, verstopping of neusverkoudheid
Medicijn op recept en zelfzorgmedicijnen
Medicijnen tegen hoofdpijn, verstopping in de darmen (Bisacodyl) of neusverkoudheid zijn niet verslavend, maar kunnen bij té lang gebruik je klachten erger maken. Je kunt je na het stoppen met deze medicijnen erg beroerd gaan voelen. Het is dus belangrijk, dat je deze medicijnen niet langer gebruikt dan nodig en volgens het advies van je dokter, de apotheek of de drogist.
De werkzame stoffen in pijnstillers tegen hoofdpijn of migraine zijn bijvoorbeeld paracetamol, ibuprofen, naproxen, ergotamine. Als je deze pijnstillers tegen hoofdpijn veel gebruikt, kunnen deze medicijnen bij lang gebruik juist hoofdpijn geven. Zo kan de hoofdpijn bijvoorbeeld een aantal weken erger worden en dag en nacht doorgaan. De enige oplossing is compleet te stoppen met het gebruik van de pijnstillers.
De werkzame stoffen in sprays en druppels tegen een verstopte neus zijn bijvoorbeeld xylometazoline, oxymetazoline, tramazoline. Sprays tegen een verstopte neus laten het neusslijmvlies kleiner worden, zodat je vrijer kunt ademhalen. Maar bij gebruik langer dan 1 week zwelt het neusslijmvlies weer op en wordt groter. Je houdt een verstopte neus over. Als je het medicijn blijft gebruiken, dan kun je je neusslijmvlies blijvend beschadigen. Het advies is daarom om deze sprays en druppels niet langer dan 1 week te gebruiken. Neusdruppels met alléén fysiologisch zout zijn wel zonder probleem te gebruiken.
Bisacodyl is een medicijn tegen verstopping van de darmen. Het zorgt ervoor dat de darminhoud vocht opneemt en vasthoudt. Hierdoor gaat de darm werken. Als je dit medicijn langere tijd gebruikt, kan de darm ‘lui’ worden en komt de ontlasting niet meer vanzelf. Het advies is om bisacodyl niet langer dan 3 dagen achter elkaar gebruiken.
Meer informatie medicijnen
Merk of merkloos geneesmiddel – Sint Maartenskliniek I https://youtu.be/EYtV9PLn6WQ?si=Qf_vU3tGj9p1nBYz
Geneesmiddelentekort – Gek van Geneesmiddelen – Sint Maartenskliniek I https://youtu.be/ASMpuvh6GTI?si=oHtjTBxca6jMN8NK
Hoe dien je het medicijn toe? – Sint Maartenskliniek I https://youtu.be/rv7tBfLdp3U?si=OdfOowPkmmhrK7Xu
Therapietrouw – Sint Maartenskliniek I https://youtu.be/Hn2-jx0tnlM?si=UTIzvFPJRzABv44t
Bijwerkingen bij geneesmiddelen – Sint Maartenskliniek I https://youtu.be/0mZhKt9W3Bw?si=rrKpzrMXzzCBcynZ
Allergisch voor een geneesmiddel – Gek van Geneesmiddelen – Sint Maartenskliniek I https://youtu.be/zji77OY0i14?si=WsXxNV-nVowoSItw
Pijnstillers, een genuanceerd verhaal – Sint Maartenskliniek I https://youtu.be/s6y-DUmqWww?si=J_p2LraWtNRSGjzR
Veel gestelde vragen over pijnstillers – Sint Maartenskliniek I https://youtu.be/o5SX_F9gYjs?si=gu2es8xzXYBLeNwO
Hoe bewaar ik mijn geneesmiddelen – Sint Maartenskliniek I https://youtu.be/Pmguu5aipPI?si=yoKZekYNloWptlgv
Op vakantie met medicijnen – Sint Maartenskliniek I https://youtu.be/r6WTP6XKc3E?si=E8heyn-E_yb1onWS
Geneesmiddelen en rijvaardigheid – Sint Maartenskliniek I https://youtu.be/Yo5I-S_4W6c?si=LMh-3x7L0j_GoV9P
Geneesmiddelen en Seksualiteit – Sint Maartenskliniek I https://youtu.be/tJBqrQWvr-M?si=e0tWoKFbVCKOWzDX
Geneesmiddelen en gewichtstoename – Sint Maartenskliniek I https://youtu.be/becWBysty0w?si=h4hoWq2S4LiX1uKP
Geneesmiddelen en de Ramadan – Sint Maartenskliniek I https://youtu.be/WQEQ5D3huUU?si=WHMaTfuiSqBd1Yrs
Beweging, sport & geneesmiddelen – Gek van Geneesmiddelen – Sint Maartenskliniek I https://youtu.be/M2DMvHicSA4?si=Ik7n3HqZQd_JsQgl
Geneesmiddelen bij Artrose – Sint Maartenskliniek I https://youtu.be/u4811qpNuTA?si=XoQc0tqaCAVRJhcp
Behandelstrategie Reumatoïde Artritis – Sint Maartenskliniek I https://youtu.be/nfFXhtTbSEg?si=rtG0BKgrFUM8IC1B
Jicht – Sint Maartenskliniek I https://youtu.be/aBiBduh8zgY?si=rUADhO_tIXHdWPFi
Jeugdreuma en geneesmiddelen – Sint Maartenskliniek I https://youtu.be/BzqFUVO2BFI?si=_ZTUtHbux1GwhxA3
Osteoporose – Gek van Geneesmiddelen – Sint Maartenskliniek I https://youtu.be/FjLXeurdArg?si=q9ea_fQRkDqEEWgI
Methotrexaat – Sint Maartenskliniek I https://youtu.be/VYK5xYt-ORs?si=0Q8jziUdCEL67U-g
Prednisolon – Sint Maartenskliniek I https://youtu.be/KxEJhosLSQk?si=TJSCorz8o51mYyHP
Biologicals – Gek van geneesmiddelen – Sint Maartenskliniek I https://youtu.be/UPZAUHHBTq8?si=iBcn2_ldDuKmRT0Y
Corona en reumamedicatie – Sint Maartenskliniek I https://youtu.be/DT2iy8NCPjM?si=yuarcth_z-3HG8bC
Medicinale cannabis – Sint Maartenskliniek I https://youtu.be/e_pvCxltdWA?si=02wRwQXKpnA8Ikoo
Alternatieve behandelingen voor reuma – Sint Maartenskliniek I https://youtu.be/Gy8Q9KdguR0?si=pYHDCYoSIz4NjB1K
Het griepvaccin bij reuma – Sint Maartenskliniek I https://youtu.be/ycB2vL8Bo34?si=ARVC6Aen4uEwDPBi
Het belang van vitamines – Sint Maartenskliniek I https://youtu.be/4GGqznH0Md4?si=li7bnjVNjLLmKpD2
Vitamine D – Gek van Geneesmiddelen – Sint Maartenskliniek I https://youtu.be/FdwQ-LHwp1o?si=9IpavGGs6qQQhV2h
Hoe weet een medicijn waar het heen moet? -Universiteit van Nederland I https://youtu.be/OJteTBHS43Q?si=JFep45E-V1UvUe-6
Farmacokinetiek – Wat doet het lichaam met een medicijn? – Juf Danielle I https://youtu.be/Jp_WTAHZS3c?si=uwKkfekA88nIDfJP
Farmacodynamiek – Juf Danielle I https://youtu.be/SBVOUh2l3wQ?si=MkG8fSTqze4ICtup
How Medications Get Absorbed By Your Body – Nucleus Medical Media I https://youtu.be/mH81Q9Dtodc?si=pcNpLyFlteqYmLPb
How Your Body Gets Rid of Medications – Nucleus Medical Media I https://youtu.be/795CmRHVRUs?si=VbCKLKupr1SdsSQN
How Your Body Metabolizes Medications – Nucleus Medical Media I https://youtu.be/Fzh8mOOYywo?si=aTcZm3M7gkdNPLT6