Let op met het vaccineren van baby’s na blootstelling aan infliximab (via de moeder)
Het CGB, het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen, waarschuwt ouders over het vaccineren van hun baby na een blootstelling aan infliximab. Al vanaf dat ze slecht een paar maanden oud zijn, krijgen de meeste baby’s verschillende vaccinaties. Deze vaccinaties beschermen kinderen tegen ernstige complicaties bij infectieziekten. Maar onder bepaalde omstandigheden kan een vaccinatie juist risico’s met zich meebrengen. Daarom adviseert het CGB om na een blootstelling aan infliximab vaccinaties uit te stellen.
Wat is infliximab?
Infliximab is een medicijn dat je lichaamsafweer onderdrukt en ontstekingen remt. Het wordt daarom gebruikt om aandoeningen waarbij ontstekingen ontstaan in de gewrichten te behandelen. Gewrichtsontstekingen is een veelvoorkomend symptoom bij verschillende reumatische aandoeningen, waaronder reumatoïde artritis en de ziekte van Bechterew. Daarnaast wordt infliximab gebruikt als medicijn tegen ontstekingsziektes in de darmen. Het medicijn wordt gebruikt voor kinderen en volwassenen.
Verhoogd risico na infliximab
Baby’s die in de baarmoeder zijn blootgesteld aan infliximab, hebben een verhoogd risico op infecties na vaccinaties. Daarom mogen zij tot 12 maanden na de geboorte geen vaccinatie krijgen met een levend verzwakt virus. In zo’n vaccinatie zitten deeltjes van het virus of de bacterie waartegen bescherming wordt opgebouwd. Een voorbeeld van zo’n vaccin is het BCG-vaccin. Dat is het meest toegediende vaccin ter wereld en het voorkomt tuberculose. Na blootstelling aan infliximab, in de baarmoeder of via moedermelk, verhoogt zo’n vaccinatie het risico op infecties. In ernstige gevallen kan dit dodelijk zijn.
Advies aan patiënten
Het gebruik van infliximab tijdens en na een zwangerschap brengt dus risico’s met zich mee. Daarom worden gebruikers van het medicijn hierover geadviseerd. Het advies aan gebruikers van infliximab is om tijdens de zwangerschap en/of kraamperiode te overleggen over het gebruik van het medicijn. Je kunt hierover overleggen met je zorgverlener. Bespreek ook met je zorgverlener of en wanneer je je baby kunt laten vaccineren. Het is overigens altijd verstandig om tijdens je zwangerschap en vlak daarna alert te zijn op medicijngebruik. Raadpleeg bij twijfel altijd je huisarts of zorgverlener.
Advies aan zorgverleners
Ook zorgverleners ontvangen een advies over het vaccineren van baby’s. Zij moeten immers kunnen overleggen met ouders en ouders adviseren over de vaccinatie. Het advies dat zorgverleners krijgen luidt als volgt:
- Wacht met het geven van een vaccin tot 12 maanden na de geboorte als de baby in de baarmoeder is blootgesteld aan infliximab. Het gaat specifiek om vaccins met een levend verzwakt virus, zoals het BCG-vaccin.
- Heeft het vaccineren een aantoonbaar klinisch voordeel voor de baby? Dan kan vaccinatie in de eerste 12 maanden overwogen worden. Dat kan alleen onder specifieke voorwaarden. Het kan overwogen worden wanneer de serumspiegel van infliximab bij de baby niet meetbaar is. Daarnaast kun je het overwegen wanneer het medicijn alleen in de eerste 3 maanden van de zwangerschap is gebruikt.
- Wanneer een baby borstvoeding krijgt, wordt het geven van een vaccin afgeraden. Dat geldt voor baby’s van wie moeder infliximab gebruikt. Overweeg het vaccineren alleen als de serumspiegel van infliximab bij de baby niet meetbaar is.
Meer informatie?
Wil je meer informatie over het vaccineren van je baby na blootstelling aan infliximab? Dat kan hier.
Bron: Nieuwsbericht CBG over vaccineren van je baby na blootstelling aan infliximab
Lees ook
Reuma en vaccinatie – Nationale Vereniging ReumaZorg Nederland