Knieoperatie

Voorbereiding knieoperatie 

Afspraak met de orthopeed
Schrijf je vragen van tevoren op. Dan vergeet je niets te vragen tijdens het gesprek. Je kunt ook iemand meenemen naar het gesprek. De orthopeed bespreekt onder meer met je:
• hoe de operatie gaat en wat de risico’s zijn.
• welke knieprothese geschikt is.
• óf en wanneer je moet stoppen met bepaalde medicijnen voor de operatie.
• wannéér je weer moet starten met je medicijnen.
• dat je vanaf 6 weken vóór de operatie moet stoppen met roken.
• dat je voor de operatie moet beginnen met oefeningen om bepaalde spieren sterker te maken.
• wat je kunt verwachten ná de operatie en wat je wel en niet moet doen.
• welke nazorg je moet regelen, bijvoorbeeld hulp in de huishouding of opname in een revalidatiecentrum.
Als je alles met de orthopeed hebt besproken, dan geef je een informed consent en komt dat in je patiëntendossier. Dan staat vast welke behandeling je krijgt en wat de voor- en nadelen daarvan zijn.

Pre-operatieve screening (POS)
Je krijgt daarna een oproep voor de voorbereidingen voor de opname in het ziekenhuis of een kliniek met:
• de anesthesist.
Schrijf je vragen van tevoren op. Dan vergeet je niets te vragen tijdens het gesprek. Je kunt ook iemand meenemen naar het gesprek. De anesthesist zorgt voor de controles en verdoving bij de operatie. Je krijgt informatie over het verdoven en de anesthesist stelt vragen over je gezondheid en medicijngebruik. Er wordt bloed- en urineonderzoek gedaan en als het nodig is een hartfilmpje en een longfoto gemaakt. De anesthesist bespreekt onder meer met je:
› welke antibiotica je krijgt vóór de operatie, zodat je minder kans op een infectie hebt.
› hoe het verloopt met de verdoving en pijnbestrijding tijdens de operatie.
De operatie is meestal onder volledige narcose, dan merk je niets van de operatie. Bij de narcose krijg je verdoving met pijnstilling in de operatiewond. Bij een volledige narcose heb je meer kans op misselijkheid na de operatie dan bij een ruggenprik of een zenuwverdoving. Je kunt nog een paar dagen suf, slaperig en somber zijn.
De anesthesist kan een plaatselijke verdoving in de zenuwen (plexusblokkade) zetten. Hij verdooft de zenuwen, die pijn doorgeven aan de hersenen. Bij de zenuwverdoving krijg je verdoving met pijnstilling in de operatiewond. De zenuwen worden verdoofd en dat duurt ongeveer twaalf uur. De anesthesist kan de zenuwverdoving combineren met een slaapmiddel, zodat je weinig of niets van de operatie merkt. Na een plaatselijke verdoving ben je sneller fit dan na een volledige narcose.
• de verpleegkundige, een verpleegkundig specialist of een physician assistant.
Je krijgt informatie over de begeleiding rondom de operatie in het ziekenhuis of de kliniek.
• de apothekersassistent.
De apothekersassistent controleert je medicijngebruik in je patiëntendossier, zodat dit tijdens je opname in het ziekenhuis of de kliniek ook goed wordt voorgeschreven. Er wordt ook gekeken of je tijdelijk met bepaalde medicijnen moet stoppen vóór de operatie.
• de afdeling opname.
Je krijgt informatie over: wanneer wordt je opgenomen; waar moet je je melden; hoe gaat de opname; wanneer is de operatiedag: hoe laat wordt je geopereerd, wat zijn de bezoekuren, enz. Als je voor de operatie al een infectie krijgt of koorts, dan wordt de operatie uitgesteld, totdat je weer beter bent. Soms organiseert het ziekenhuis of de kliniek een informatiebijeenkomst over een bepaalde operatie. Je krijgt dan met andere mensen een uitnodiging, als je allemaal dezelfde operatie hebt.

Eigen voorbereiding op de operatie
Als je lichamelijke conditie goed is, dan kun je beter tegen de operatie en geneest je lichaam ook sneller.
• Als je ernstig overgewicht hebt, dan kan dat een nadelig effect op je herstel na de operatie hebben. Je hebt dan een hogere kans op complicaties, zoals infectie, trombose of een longembolie. Afvallen is dan erg aan te raden, maar dat lukt niet altijd. Praat er daarom op tijd over met je dokter.
• Als je geopereerd gaat worden, is het belangrijk, dat je lichaam fit is. Je kunt met een fysiotherapeut trainen om bepaalde spieren in je lichaam sterker te maken. Daar heb je bij je herstel na de operatie voordeel van. De fysiotherapeut kan je ook vóór de operatie helpen om te leren trap te lopen met krukken, als dat nodig is.
• Overleg met de orthopeed wat je na de operatie nodig hebt aan hulpmiddelen, zoals een rolstoel, een douchestoel, een hoge stoel met rechte leuning of loopkrukken. Kijk of je familie of buren willen helpen met boodschappen. Lukt dat niet, vraag dan om tijdelijke huishoudelijke hulp.

Knieoperatie 

Melden bij afdeling orthopedie
Je operatie is meestal op de dag van je opname in het ziekenhuis of in de kliniek. Je zorgt dat je je op de afgesproken tijd nuchter meldt bij de afdeling orthopedie. Als je nuchter bent, dan heb je gedurende een aantal uren niets meer gegeten en alleen nog wat gedronken, zoals water, ranja of wat verder in de opname regels staat. Ben je niet nuchter, dan kan de operatie niet doorgaan. Het is dan niet verantwoord om je narcose te geven. Meld het dus als je iets op hebt, wat niet mag.

Controle en voorbereiding operatie
Het ziekenhuis of de kliniek proberen een fout te voorkomen. De verpleegkundige vraagt daarom verschillende keren naar je naam, je geboortedatum, voor welke operatie je komt en of je geopereerd wordt aan je linker of rechterkant. Zo weten ze zeker, dat ze de juiste patiënt voor zich hebben. Je krijgt ook een pijl op de plek waar je geopereerd wordt om verwisseling te voorkomen. Als het bijna tijd is voor de operatie krijg je een antibioticum via een infuus om de kans op een infectie kleiner te maken. Belangrijk om te weten:
• je kunt ’s ochtends voor de operatie douchen.
• je mag op de dag vóór de operatie nog gewoon eten en drinken tot 24 uur ‘s nachts.
• je mag op de dag van de operatie eten tot 6 uur vóór de operatie.
• je mag heldere vloeistoffen en koffie/thee zónder melk en suiker drinken tot 2 uur vóór de operatie.
• je mag geen juwelen of piercings dragen en geen nagellak of make-up op hebben.
• je mag je kunstgebit niet in houden.
• je mag je bril niet dragen of lenzen in doen.
• als je met de anesthesioloog hebt afgesproken, dat je je hoorapparaat mag inhouden, dan kun je het in doen.
• heb je slaapapneu, neem het CPAP apparaat altijd mee!
• je neemt je (thuis)medicijnen in overleg met de verpleging in.
De verpleegkundige en andere medewerkers vullen hiervoor een controlelijst in.

Operatie
Je krijgt tijdens de operatie pijnstillers en antibiotica om een infectie in je knie te voorkomen.
• Totale knieprothese
Bij een totale knieprothese maakt de orthopeed een verticale snee van ongeveer twintig centimeter over de voorkant van je knie. Je kniegewricht ligt nu bloot, waardoor de versleten gewrichtsvlakken van het dijbeen en het scheenbeen goed zichtbaar zijn. Het beschadigde kraakbeen en de beschadigde gewrichtsvlakken worden helemaal verwijderd. Er wordt een stukje bot van het dijbeen en het scheenbeen bij het kniegewricht afgezaagd en aangepast aan de vorm van de knieprothese. Op deze gewrichtsvlakken worden aan het uiteinde van het dijbeen en het scheenbeen in je boven- en onderbeen de metalen prothesedelen geplaatst. De onderdelen van de knieprothese worden met of zonder botcement (een soort lijm) vastgemaakt aan de botuiteinden. Bij de gecementeerde prothese wordt botcement gebruikt, zodat de prothese meteen vast zit. Bij de ongecementeerde prothese wordt de knieprothese in het bot vastgeslagen, zodat je bot eraan vastgroeit. Tussen deze twee metalen prothesedelen komt een kunststof schijfje, zodat je je knieprothese soepel kunt bewegen. Als net nodig is, wordt ook tegelijk de knieschijf vervangen. Er wordt gecontroleerd of alle protheseonderdelen passen.
Hierna wordt de wond dichtgemaakt met metalen nietjes, een oplosbare draad in de huid of met niet-oplosbaar hechtmateriaal. De drain (dun slangetje) in de operatiewond zorgt ervoor, dat het bloed en wondvocht uit de wond weg kan. De drain wordt meestal na één dag weer weg gehaald. Ook krijg je vaak een blaaskatheter, die je twee tot drie dagen moet dragen. Je krijgt ook na de operatie pijnstillers en antibiotica om de kans op een infectie kleiner te maken. De nietjes en het niet-oplosbaar hechtmateriaal worden na 10-14 dagen verwijderd bij de huisarts of in het ziekenhuis.
Een totale knievervanging duurt één tot drie uur.

• Halve knieprothese
Bij een halve knieprothese (hemiprothese) maakt de orthopeed een verticale snee van ongeveer tien centimeter over de voorkant van de knie. Het beschadigde kraakbeen wordt verwijderd. De aangetaste gewrichtsvlakken worden voor een deel afgeschaafd: alleen de binnenkant of bovenkant van de knie. Hierop worden vervolgens de metalen prothesedelen geplaatst. Tussen deze twee metalen prothesedelen komt een kunststof schijfje, zodat je je knieprothese soepel kunt bewegen (scharnieren). Er wordt gecontroleerd of alle onderdelen passen. In tegenstelling tot bij een totale knieprothese wordt bij een halve knieprothese nooit de knieschijf vervangen.
Hierna wordt de wond dichtgemaakt met metalen nietjes, een oplosbare draad in de huid of met niet-oplosbaar hechtmateriaal. De drain (dun slangetje) in de operatiewond zorgt ervoor, dat het bloed en wondvocht uit de wond weg kan. De drain wordt meestal na één dag weer weg gehaald. Ook krijg je vaak een blaaskatheter, die je twee tot drie dagen moet dragen. Je krijgt ook na de operatie pijnstillers en antibiotica om de kans op een infectie kleiner te maken. De nietjes en het niet-oplosbaar hechtmateriaal worden na 10-14 dagen verwijderd bij de huisarts of in het ziekenhuis.
Een halve knieprothese neemt ook één tot drie uur in beslag.

Verkoeverruimte
Na de operatie wordt je naar de verkoeverruimte (uitslaapruimte) gebracht. Daar blijf tot je weer wakker bent. Je kunt na de operatie een beetje misselijk zijn. Als je je weer beter voelt, dan wordt je naar de verpleegafdeling gebracht.

Herstel knieoperatie

Herstel in ziekenhuis
Vaak mag je vrij gauw na de operatie starten met oefenen (buigen/strekken van de knie). Starten met oefenen en regelmatig oefenen is belangrijk om geen stijve knie te krijgen. Met gebruik van krukken mag je je been belasten. De fysiotherapeut helpt je bij de oefeningen, zoals staan en lopen, in en uit bed gaan en traplopen. Eerst steun je bij het lopen op een looprekje, daarna leer je bewegen met krukken. Je leert steeds nieuwe oefeningen. Tussendoor oefen je ook de oefeningen, die je al geleerd hebt. Probeer zoveel mogelijk te oefenen, dan herstel je sneller.

Je kunt naar huis als je zelf weer een aantal dingen kunt doen en als de zaalarts gecontroleerd heeft of je voldoende hersteld bent van de operatie. Je geeft aan, wat je al weer kunt doen:
• je kunt zelfstandig in en uit je bed komen.
• je kunt met weinig of geen hulp naar de wc gaan.
• je kunt zelf gaan zitten in een stoel en veilig opstaan.
• je kunt dertig meter lopen met hulpmiddelen.
• je kunt traplopen (nodig als je thuis trap moet lopen).

Je kunt voorbereidingen gaan treffen om naar huis te gaan samen met de zaalarts:
• je temperatuur, bloeddruk, hartritme en bloedgehalte zijn in orde.
• je wond lekt weinig of niet.
• je pijn is onder controle met medicijnen.
• je hebt geen last van duizeligheid.
• je plast je blaas goed leeg.
• je hebt geen problemen met de ontlasting uit je darmen.

De voorbereiding op je ontslag uit het ziekenhuis:
• de apotheekmedewerker bespreekt de medicijnen met je, die je mee naar huis krijgt.
• je verpleegkundige of je verpleegkundig coördinator bespreekt met je, wat je meekrijgt bij je ontslag uit het ziekenhuis:
› Antistolling spuitjes voor 6 weken. Je krijgt het spuiten in het ziekenhuis aangeleerd.
› je krijgt verbandmateriaal voor thuis mee.
› je krijgt de datum voor controle-afspraken op de polikliniek mee.
› je krijgt de machtiging en gegevens (overdracht) voor de fysiotherapeut in je thuissituatie mee. Je kunt thuis zelfstandig oefeningen, die je van de fysiotherapeut in het ziekenhuis geleerd hebt, al doen.
› wordt je gecontroleerd door de trombosedienst, dan regelt de verpleging een afspraak bij je thuis.
› is er thuiszorg aangevraagd, dan krijg je een overdracht mee voor de medewerkers van de thuiszorg.
› je huisarts krijgt digitaal informatie over je behandeling.

Thuis en nacontrole
Soms kan je knie wat warm en dik worden of aanvoelen. Dan heb je je knie overbelast. Je moet dan tijdelijk wat minder oefenen. Je kunt je knie ook koelen met een ‘coolpack’ of ijsblokjes. Leg een ‘coolpack’ of ijsblokjes nooit direct op je huid! Je moet om het ‘coolpack’ of ijsblokjes altijd een handdoek wikkelen! Koel je knie maximaal 20 minuten per keer.
Een paar weken na de operatie kom je voor controle bij de physician assistant of verpleegkundig specialist of de orthopeed.

Informatie knieoperatie

Animatie uitleg kniegewricht – zorgvoorbeweging I https://youtu.be/AuEQNpIPO7A?si=1Z7KmNqG5Qhdtyle
Animatie totale knieprothese – zorgvoorbeweging I https://youtu.be/aCJ6oWn-skg?si=ePe4sCMk2CBvewug
Animatie plaatsen halve knieprothese – zorgvoorbeweging I https://youtu.be/GAieuog4v8I?si=gop9Ldcp2Ywdw8Uh
Knee Anatomy Animated Tutorial – Randale Sechrest I https://youtu.be/_q-Jxj5sT0g?si=D79ugEXvor9Kk5S5
Knee Cartilage Damage I Docteur Paillard – Chirurgie Orthopedique Paris I https://youtu.be/zosUL2-1FfE?si=Whd1f526PTgacBDl
Total Knee Replacement I Docteur Paillard – Chirurgie Orthopedique Paris I https://youtu.be/8UHnPdVYqjQ?si=rKyvqhkBGg6Dgg-B
Knee Ligament Reconstruction I Docteur Paillard – Chirurgie Orthopedique Paris I https://youtu.be/pGT1dzIxpKg?si=drY6f8PQNwApUAC6
Patella Dysfunction I Docteur Paillard – Chirurgie Orthopedique Paris I https://youtu.be/UjJtRWdeqJc?si=SUkRMkNLVhCd8NhS

Normale wondgenezing – Juf Danielle I https://www.youtube.com/watch?v=5r0UsBE9L4I
Bloedstolling – Juf Danielle I https://youtu.be/SriUGoLlHLs?si=LDBIjFuXN6nKb0nO

Anesthesie – Plexus + algehele anesthesie – HagaZiekenhuis I https://youtu.be/oUntjRHddWs?si=5vWHX-tYIuLGYkKd
Anesthesie – Sedatie compleet – HagaZiekenhuis I https://youtu.be/kgOImTfbN9k?si=E2TQG1dlIKK7O3oN
Anesthesie – Narcose compleet – HagaZiekenhuis I https://youtu.be/4Ca6cALMa8A?si=Ct7sqfQnUvlvMx35
Anesthesie – Epiduraal compleet – HagaZiekenhuis I https://youtu.be/Vrn827m65x4?si=iAjK7B8tkTbov_4f
Anesthesie – Ruggenprik epiduraal + algehele anesthesie – HagaZiekenhuis I https://youtu.be/CE9QGoHyJMU?si=k63IhD6HLOPys3Jh
Anesthesie – Spinaal compleet – HagaZiekenhuis I https://youtu.be/71S-77bkHks?si=9TeQBow1DBejJCg_
Anesthesie – Spinaal + sedatie – HagaZiekenhuis I https://youtu.be/hAaC26IgMyg?si=J_ZYq__VtdmGJz9k
Anesthesie – Spinaal + sedatie – HagaZiekenhuis I https://youtu.be/hAaC26IgMyg?si=qQyQFrOHlkKJYSZD
Anesthesie – Juliana Kinderziekenhuis – HagaZiekenhuis I https://youtu.be/Y02xMp7vggE?si=67bawfZ6uai7VubW

knie knievervanging knieoperatie

Help mee
Steun mensen met reuma