Met een PGO (Persoonlijke Gezondheids Omgeving) heb je één digitale plek waar je al je zorggegevens bij elkaar hebt. Jij bepaalt zelf met wie je deze gegevens wil delen. Wat zijn de ervaringen van de eerste gebruikers van een PGO? Is een PGO geschikt voor iedereen? En wat vinden zorgverleners van deze digitale ontwikkeling? Deze vragen stonden op 2 december centraal tijdens het congres ‘PGO, let’s go!’.
Waarom een PGO?
“We moeten blijven innoveren om ons zorgniveau in Nederland te kunnen behouden.” zo vertelt Erik Gerritsen, Secretaris Generaal van het Ministerie van VWS. “Je moet met digitale zorg nieuwe stappen zetten. Het transformeren van zorgstelsels is moeilijk. Iedereen moet meehelpen. De patiënt is in dit stelsel nog het minst sterk. De patiënt legt nog te veel van zijn lot in de handen van een zorgverlener. Het zou mooi zijn als patiënten meer eigen regie kunnen nemen, doordat zij hun eigen gezondheidsinformatie kunnen bekijken.”
PGO, hoe het allemaal begon
“Toen het idee van een landelijk EPD in 2011 werd weggestemd door de 1ste kamer dacht de Patiëntenfederatie Nederland: ‘Het kan toch niet zo zijn dat mensen geen toegang hebben tot hun medische gegevens?’.” vertelt Dianda Veldman, directeur van de Nederlandse Patiëntenfederatie. “In de conferentie in Madurodam in 2015 is een visie neergelegd voor een alternatief plan. Geen overheidsgebonden centraal systeem voor toegang tot je zorggegevens maar wel een PGO. We zijn een programma gestart met MedMij om de ontwikkeling van PGOs te stimuleren en om PGOs te certificeren met een MedMij label. Wij zien nu voor onszelf een rol om de PGO bekend te gaan maken onder de mensen.”
Hoe gaan we reclame maken voor een PGO?
“Er komt geen Postbus 51 campagne. Zeker niet nu.” zegt Dianda. “Er komt een gefaseerde introductie. We hebben de alliantie PGO On Air opgericht samen met allerlei instanties uit de zorg. Samen met patiënten en zorgverleners gaan we reclame maken voor de PGOs maar wel bij de juiste mensen en op het juiste moment.”
Is digitalisering in de zorg voor iedereen een oplossing?
“Niet iedereen wil digitale zorg. Veel mensen zijn digibeet of digi-starter.” vertelt Dianda. “Geef mensen de keuze en verplicht ze niet om alles online te doen als ze dit niet kunnen of willen. In de loop van de tijd zal dit verschuiven. Mensen worden digitaal steeds vaardiger. Ook worden de digitale systemen steeds gebruiksvriendelijker.”
En hoe zit het met de zorgverleners, zijn die enthousiast?
“Gemiddeld is 57% van de zorgverleners (heel) positief over de ontwikkeling van een PGO.” vertelt Maartje van Boekel, strategisch communicatieadviseur bij PGO On Air. Dit blijkt uit onderzoek onder zorgverleners over hun houding t.o.v. PGOs. “Er zijn wel verschillen tussen de doelgroepen. Verloskundigen, apothekers en wijkverpleegkundigen zijn erg enthousiast, fysiotherapeuten, huisartsen en tandartsen iets minder. De zorgverleners die positief staan tegenover een PGO, de zogenaamde ‘ambassadeurs’, zien een PGO als een bundeling van informatie. Dit is fijn voor zowel de patiënt als de zorgverlener. De patiënt krijgt meer eigen regie over zijn gezondheid. Zorgverleners die neutraal zijn t.o.v. een PGO zitten vooral met veel vragen. Het is aan de ambassadeurs om deze vragen te helpen beantwoorden vanuit hun ervaringen met een PGO.”
Stimuleren van het gebruik van een PGO
“Iedereen kan een ambassadeur zijn voor een PGO, zo kan je de beweging viraal laten gaan. Het zoeken is eigenlijk nog een beetje naar iets dat de aanleiding wordt voor het grote publiek om een PGO te gaan gebruiken. Iets net zoals digitaal betalen. Dit is bij ING begonnen met de saldochecker. Daar begon het mee… eerst klein maar daarna ontpopte deze ontwikkeling zich tot iets wat iedereen ging gebruiken.” aldus Erik Gerritsen.
Wat kan je straks nog meer met een PGO?
Mariëtte Willems is huisarts en programmamedewerker van OPEN, het programma dat huisartsenpraktijken helpt om informatie voor patiënten via een PGO te kunnen delen. “Het is nu eerst belangrijk dat je als patiënt in een PGO je eigen zorggegevens kunt inzien. De volgende stap is oefenen met zelfmeetgegevens. Zodat je zelf als patiënt thuismetingen kunt opsturen naar je PGO. Voor zo’n meting hoef je dus niet meer naar de praktijk te komen. We gaan ook oefenen met vragenlijsten. Veel mensen komen voor controle bij hun zorgverlener. Tijdens zo’n controlegesprek krijgen zij vragen voorgelegd om te kijken hoe het gaat. Goed om die vragen vooraf aan patiënten te kunnen stellen via de PGO. Dan heb je meer tijd om in de spreekkamer in te gaan op die onderdelen die niet of juist wel goed gaan.”
In gesprek met de eerste PGO-gebruikers
“Als je chronisch ziek bent, moet je zo veel dingen bespreken met verschillende zorgverleners. Dan is het goed om via een PGO terug te kunnen kijken.” vertelt Marlène Link als test-gebruiker van een PGO. “Je hoeft dankzij een PGO niet steeds je hele medische verhaal te delen in de spreekkamer. Het staat al in je PGO.” vertelt Willem Kuijpers. “Mijn moeder is nu ook hulpbehoevend.” vertelt Marlène. “Als zij een PGO heeft, is dat voor mij als mantelzorger ook prettiger. Je kan dan meekijken en terugkijken. Ook kan je zien wie het PGO bekeken heeft en welke zorgverlener welke informatie heeft geplaatst.”
Veiligheid en Privacy Voorop
“Veiligheid en privacy in een PGO zijn belangrijk.” vertelt Willem. “Het is niet prettig als in de toekomst een zorgverzekeraar in je PGO kan kijken en dat de premies hierop worden afgestemd. Daarom is het goed dat je in een PGO zelf kan bepalen wie meekijkt in je gegevens. Het blijft verder private.”
Afsluiting
De volgende stap is vooral om met PGOs aan de slag te gaan en om hiervan te leren. Het grote publiek moet de PGO nog gaan ontdekken. 70% Van de Nederlandse bevolking ziet meerwaarde in een PGO. Een PGO gaat niet alleen over patiënten maar vooral over mensen.
Meer informatie
Voor vragen en meer informatie kan je terecht bij MedMij of de PGO Alliantie.