Hoe blijf je chronisch optimistisch?
Loesje zegt het zo mooi: ‘Chronisch ziek zijn vraagt om chronisch optimisme’. Dat is niet altijd even makkelijk. Zeker niet als als je veel klachten hebt door de reuma. Hoe blijf je dan toch denken in mogelijkheden? Hoe blijf je kijken naar wat je wel kan en niet naar wat je niet kan? Met andere woorden: hoe blijf je chronisch optimistisch?
Chronisch ziek zijn laat je achterlopen
Als je lichaam je in de steek laat, kun je daar behoorlijk onzeker van worden. Waar je vroeger je hand misschien niet omdraaide voor een rondje hardlopen in het bos, waarna je nog even snel naar de winkel ging om boodschappen te halen en vervolgens nog lekker ging koken voor je vrienden, is nu het doen van boodschappen al een grote opgave. Alsof je achterblijft bij de rest.
Ook ik heb lange tijd het gevoel gehad dat ik achterbleef. Ik kon al op jonge leeftijd het tempo van mijn familie en vrienden niet meer bijbenen. Mijn zelfvertrouwen liep een flinke deuk op. Ik vond het moeilijk om mee te praten over onderwerpen als werk, kamperen of sportprestaties. Zeker op plekken waar ik mensen sprak die ik nog niet kende, zoals bijvoorbeeld op een feestje.
Keerpunt
Voor mij was het keerpunt toen ik andere mensen sprak die in hetzelfde schuitje zaten als ik. Ik had me destijds aangesloten bij een oefengroep voor mensen met reuma. Het voelde goed om met mensen te praten die in dezelfde situatie zaten. Zo voelde ik me geen uitzondering. Sporten op een ‘normaal’ niveau lukte niet, maar in de oefengroep kon ik aardig mee komen. Daar leerde ik te focussen op wat ik nog wel kon en los te laten wat ik niet kon: tennissen lukte niet, maar badmintonnen wél.
Chronisch optimisme is denken in mogelijkheden
Vanaf dat moment ging de bal rollen. Betaald werken lukte niet, maar werken als vrijwilliger wel. Op school studeren lukte niet, thuis studeren wel. Het huishouden lukte niet in mijn eentje, maar wel met hulp. Kamperen lukte niet, maar ‘glamperen’ wel.
Het betekent niet dat alles op rolletjes loopt of dat er geen momenten meer zijn dat ik baal van mijn lijf. Het is denk ik heel goed om af en toe boos en verdrietig te zijn. Maar als de tranen weer opgedroogd zijn, dan komt de optimist weer naar boven. Misschien niet de chronisch optimist, maar wel een optimist die altijd probeert te denken in mogelijkheden.
Wil je jouw verhalen ook delen?
Meld je dan bij ons op [email protected]
Kijk op de website van de Nationale Vereniging ReumaZorg Nederland voor nog meer persoonlijke verhalen