Heupprothese
Wanneer krijg je een heupprothese?
Je kunt een heupprothese (kunstheup) krijgen, als andere adviezen en behandelingen niet genoeg helpen, zoals bijvoorbeeld een gezonde leefstijl, fysiotherapie, pijnstillers en ontstekingsremmers. Ruim de helft van de mensen, die kiezen voor een kunstheup, is tussen de 60 en 80 jaar. Maar ook bij mensen boven de 80 en bij mensen onder de 60 kan een kunstheup geschikt zijn.
Zie ook: Keuzekaart in beeld Artrose in de heup
De huisarts verwijst je naar een orthopeed of orthopedisch chirurg. Deze onderzoekt je heup en maakt een röntgenfoto om te kijken, hoe erg je heup beschadigd is. Samen met je orthopedisch chirurg beslis je of een kunstheup voor jou geschikt is.
Bevestiging bij kunstheup
Er zijn twee soorten heupprothesen met een verschillende bevestiging: de gecementeerde en de ongecementeerde prothese. Een heupprothese kan op verschillende manieren worden vastgemaakt aan het bot: met en zonder botcement (een soort lijm).
• gecementeerde heupprothese.
Bij de gecementeerde heupprothese zet de orthopedisch chirurg de heupkom en de steel van de heupkop met botcement in het bot vast. Het botcement (polymethylmetacrylaat) wordt tijdens de operatie aangemaakt. Na ongeveer 10 minuten is het uitgehard en zit de prothese muurvast aan het bot.
• ongecementeerde heupprothese.
Bij de ongecementeerde heupprothese wordt de prothese vastgeklemd in het bot van het bovenbeen of in de heupkom. Voor een goede verankering en stabiliteit hebben de kom en de steel van de gewrichtskop een ruw oppervlak. Dit houdt de prothese op zijn plaats en het botweefsel groeit erop vast. Vaak zit er op het ruwe oppervlak een speciaal laagje om een betere en snellere botingroei te stimuleren. Een veel gebruikte ‘ingroeilaag’ is hydroxyapatiet.
Meestal zitten de ongecementeerde prothesen bij de operatie direct heel stevig vast. De patiënt kan het been direct gebruiken. De botingroei neemt in de maanden na de operatie verder toe. Hierdoor komt de prothese nog beter vast te zitten.
• een hybride prothese.
Bij de hybride prothese klemt de orthopedisch chirurg meestal de heupkom zonder botcement vast en de steel van de gewrichtskop met botcement of andersom. De omgekeerde combinatie heet omgekeerd hybride of reversed hybride.
Levensduur heupprothese
Een heupprothese (kunstheup) gaat ongeveer 20 jaar mee. Van een aantal kunstheupen is bekend dat ze langer meegaan dan 20 jaar. Soms moet de kunstheup binnen 20 jaar weer vervangen worden, als de klachten erger worden. Dit hangt af van hoeveel je beweegt, dus hoe actief je bent en hoe oud je bent. Kunstheupen slijten namelijk sneller bij mensen, die actiever zijn.