Ellebooggewricht

Wat is een ellebooggewricht?

Gewricht
Een gewricht bestaat uit twee of meer botten, die tegen elkaar bewegen. In de meeste gewrichten zijn de uiteinden van die botten bekleed met kraakbeen. Het kraakbeen zorgt voor bescherming van je botten en helpt bij de glijbeweging. Dat is nodig, omdat er meestal veel kracht op de botten in je gewricht komt te staan. Rond het gewricht zit het gewrichtskapsel. Binnenin dit kapsel bevindt zich de gewrichtsholte. Hierin zit de gewrichtsvloeistof (synovium). Dat is een stroperige vloeistof, die ervoor zorgt dat je je gewricht soepel kunt bewegen.

Ellebooggewricht
Het ellebooggewricht is de verbinding tussen je bovenarm en onderarm. Het is de verbinding tussen het opperarmbeen (humerus) in de bovenarm en het spaakbeen (radius) en de ellepijp (ulna) in de onderarm. De ellepijp heeft een kleine kom, waarin het uiteinde van het bot van het opperarmbeen in je bovenarm past. Naast de ellepijp ligt het spaakbeen, dat ook met een klein kopje aan het uiteinde van het bot van het opperarmbeen in de bovenarm grenst. De kom van de ellepijp, de kop van het spaakbeen en het uiteinde van het bot van het opperarmbeen in de bovenarm zijn allemaal bekleed met kraakbeen. Hiertussen zit een laagje gewrichtsvocht, zodat je gewricht soepel kan draaien. In de bovenarm liggen verschillende spieren. Er is de biceps, die zorgt dat je elleboog buigt en de triceps, die je elleboog laat strekken. De knobbel aan de buitenkant van je elleboog is het telefoonbotje (epicondylus lateralis) en aan de binnenkant de epicondylus medialis. Hier zitten de aanhechtingen van de pezen en spieren. Op de punt van de elleboog ligt een met vocht gevuld blaasje (bursa), de slijmbeurs van de elleboog. Deze ligt nét onder de huid om de wrijving tussen het bot en de zachte weefsels op te vangen.

Tussen de botten onderling en tussen spieren en botten lopen de gewrichtsbanden en pezen. Rond het ellebooggewricht zitten zenuwen, die naar je onderarm en de hand lopen.

Scharniergewricht
Je elleboog is een scharniergewricht, dat is bekleed met kraakbeen. Het is het gewricht tussen je bovenarm en je onderarm. Je kunt er je arm mee buigen en draaien.

Botstukken
• Er zijn drie botstukken betrokken bij de elleboogbewegingen: je bovenarm (humerus), je ellepijp in de onderarm (ulna) en je spaakbeen in de onderarm (radius).
Door deze botstukken worden in het ellebooggewricht drie aparte gewrichten gevormd:
› het gewricht tussen het opperarmbeen in je bovenarm en de ellepijp is een scharniergewricht, dat alleen buigen en strekken in de elleboog toelaat.
› het gewricht tussen het opperarmbeen in je bovenarm en het spaakbeen is qua bouw een kogelgewricht. Maar omdat het uiteinde van het spaakbeen (radiuskop) tegen de ellepijp aanligt, worden de bewegingen ervan beperkt in 2 richtingen. Dat is het strekken en buigen van de elleboog en het draaien om de lengteas.
› het gewricht tussen je spaakbeen en de ellepijp wordt gevormd tussen het kopje van het spaakbeen en de ellepijp. Het kopje van het spaakbeen wordt tegen de ellepijp aangehouden door een gewrichtsband, die begint bij de ellepijp, rond het kopje van het spaakbeen loopt, om dan weer aan de ellepijp vast te hechten. Hierdoor is draaien om de lengteas van de onderarm mogelijk.
• Om deze gewrichten zitten kapsels en gewrichtsbanden, die stevigheid geven, en pezen en spieren, waardoor je je arm kunt bewegen.

Beschadiging ellebooggewricht

Je ellebooggewricht kan beschadigd raken door:

Artrose. Bij artrose verdwijnt langzaam het kraakbeen in je ellebooggewricht. Als de laag kraakbeen dunner wordt of verdwijnt, bewegen de botuiteinden in een gewricht niet meer soepel langs en over elkaar. De wrijving tussen de botten neemt toe en dat doet pijn. Er kunnen ruwe uitsteeksels ontstaan op het bot (osteofyten) en vocht in het gewricht. Het gewricht wordt dikker en doet steeds meer pijn, zodat bewegen moeilijker wordt. Je elleboog kraakt, als je beweegt.

Ontstekingsreactie in het gewricht. Artritis is een ontsteking van het gewricht. Verschillende vormen van artritis kunnen het ellebooggewricht aantasten, waaronder reumatoïde artritis en jicht. Bij een reumatische gewrichtsontsteking heb je last van pijn, zwelling, lokale warmte op de plek van het gewricht, vaak ook roodheid en een stijf gewricht. Vaak kun je het gewricht niet volledig strekken of buigen. Door de irritatie, die ontstaat in het gewricht bij het bewegen, wordt er ook meer gewrichtsvocht aangemaakt, waardoor het ellebooggewricht kan zwellen. Er kan één gewricht aangetast zijn (monoartritis) of meerdere gewrichten (polyartritis) tegelijk.

Problemen met het ellebooggewricht kunnen pijnklachten geven rondom de elleboog, maar kunnen ook uitstralen naar je bovenarm, je onderarm, je pols en je hand. Een beschadiging (letsel) aan je elleboog kan op verschillende manieren ontstaan: bijvoorbeeld door een val op je elleboog of hand, door een langdurige herhaalde belasting van je elleboog of door een vaker geforceerde beweging van je arm.

Botbreuken in of om je ellebooggewricht. Alle botten in je ellebooggewricht kunnen breken na een val met een gestrekte arm, op een uitgestrekte hand of direct op je elleboog (elleboogfractuur). Je voelt na een breuk in je elleboog een hevige pijn. Je elleboog kan dik worden, verkleuren door een bloeduitstorting en je kunt je elleboog niet goed meer bewegen. Het gevoel in je onderarm of hand wordt minder en je kunt tintelingen voelen. Bij een breuk kunnen de botten ook verschuiven en je elleboog kan dan in een vreemde stand gaan staan. Vaak zit de breuk in het opperarmbeen vlak boven de epicondylus. Dat gedeelte is het smalst en meest breekbaar. De behandeling is een gipsverband (bij eenvoudige breuken) tot een operatie (bij gecompliceerde breuken). Een breuk, die tot in het gewricht doorloopt, herstelt vaak traag. Bij een elleboogfractuur is er kans op beschadiging van de zenuwen en de bloedvaten rond het ellebooggewricht. Vaak is dat de zenuw (nervus ulnaris) achter de epicondylus medialis. Deze zenuw loopt naar je pink en ringvinger via de binnenkant van je onderarm. Je pink en ringvinger kunnen verlamd raken als de zenuw ernstig beschadigd is.
Er zijn drie soorten elleboogfracturen:
› een breuk (radiuskopfractuur of radiushalsfractuur) aan de bovenkant van het spaakbeen. Het spaakbeen (radius) is het bot, dat van je elleboog naar je pols loopt aan de kant van je duim. De breuk kan in de kop of in de hals van het spaakbeen zitten.
› Een breuk (olecranon fractuur) aan de bovenkant van de ellepijp. De ellepijp is het bot, dat van je elleboog naar je pols loopt aan de kant van je pink. Het bovenste stukje van de ellepijp kan breken.
› Een breuk (supracondylaire humerusfractuur) aan de onderkant van het opperarmbeen in je bovenarm. Het opperarmbeen is het bot in je bovenarm, dat van je elleboog naar je schouder loopt.

Peesontsteking. Een pees is het uiteinde van een spier en zit vast aan het bot. Als een spier samentrekt, brengt de pees de kracht over op het bot, waardoor dit gaat bewegen in een gewricht. De pees bestaat uit strengetjes eiwit, die langs elkaar kunnen schuiven, maar niet samentrekken en bestaat uit veel water en weinig cellen.
Een geïrriteerde of beschadigde pees (tendinopathie) ontstaat door overbelasting of veroudering of een combinatie van beide. De irritatie in het peesweefsel zit bij de aanhechtingsplaats van de pees (epicondyli) en zorgt voor pijn, zwelling en inwendige littekenvorming. Omdat de steeds terugkerende trekkrachten te groot worden en/of te lang inwerken, kan schade ontstaan aan het peesweefsel. Als je de spieren rondom de elleboog intensief gebruikt, dan schuren de pezen tegen het botoppervlak aan en raken ze beschadigd. Dat gebeurt vooral als je steeds dezelfde bewegingen maakt. Bij een tennisarm ontstaat de irritatie bij pezen aan de buitenkant van je arm (epicondylus lateralis). Je herhaalt steeds bepaalde bewegingen, zoals het strekken van je pols, het naar achteren trekken van je pols of het draaien van je onderarm. Bij een golfelleboog of honkbal zit de irritatie aan de binnenkant van je arm. Je herhaalt steeds bepaalde bewegingen, zoals je pols buigen en tegelijkertijd je arm zwaaien.
Een geïrriteerde of beschadigde pees (tendinopathie) kan overal in je lichaam voorkomen, bijvoorbeeld in je knie, schouders, pols, voet of elleboog.

• Slijmbeursontsteking. Een slijmbeurs (bursa) is een soort stootkussentje op kwetsbare plekken bij een gewricht. Slijmbeurzen zitten op uitstekende botdelen of tussen botdelen. Ze verminderen het risico, dat de zachte weefsels in je lichaam beschadigen door wrijving tegen bot. Als je langdurig op een tafel of een ander hard oppervlak leunt, dan kan de constante druk en overbelasting op de punt van je elleboog voor een slijmbeursontsteking (bursitis) zorgen. De punt van je elleboog is opgezet, rood en zeer pijnlijk. Ook een andere reumatische ziekte of infectie kan een oorzaak zijn. Een slijmbeursontsteking komt veel voor rondom de gewrichten van je schouder, je elleboog en je knie. Je hebt vooral last van pijn, stijfheid, een zwelling of een warm aanvoelend gewricht. Een slijmbeursontsteking (bursitis) en een peesontsteking (tendinitis) komen vaak tegelijk voor en zijn dan allebei ontstoken.

Instabiele elleboog. Een instabiele elleboog ontstaat, omdat de gewrichtsbanden aan de binnen- en/of buitenkant van je elleboog zijn beschadigd. Om de gewrichten in je elleboog zit een binnenband en een buitenband. Deze gewrichtsbanden (bindweefsel) verbinden twee of meer botten met elkaar. Ze verbinden het opperarmbeen in de bovenarm en het spaakbeen en de ellepijp in de onderarm met elkaar. Als je je elleboog beschadigt, dan zijn vaak de gewrichtsbanden bij het spaakbeen en de ellepijp geraakt. Deze gewrichtsbanden kunnen verslappen of gedeeltelijk of volledig scheuren en dat doet veel pijn. Bij een instabiele elleboog kun je niet goed steunen op je arm. Soms heb je het gevoel, dat je elleboog uit de kom schiet of ‘op slot’ zit. Je kunt je elleboog dan niet meer goed strekken.

Elleboogluxatie. Je ellebooggewricht raakt ‘uit de kom’ (elleboogluxatie). Een elleboog ‘uit de kom’ is een ontwrichting van je ellebooggewricht. Om het gewricht zitten gewrichtsbanden, die de botten op hun plaats moeten houden. Bij een ontwrichting raken deze gewrichtsbanden beschadigd, zodat het spaakbeen (radius) in je onderarm van positie verplaatst wordt ten opzichte van het opperarmbeen (humerus) in je bovenarm. De gewrichtsbanden rekken uit of scheuren. Het gewrichtskapsel ondersteunt ook je onderarmbeenderen (spaakbeen en ellepijp) niet meer. De zenuwen en de bloedvaten kunnen daardoor beschadigd raken. Ook zit er vaak een breuk in een of meerdere botten.
Redenen voor een ontwrichting van je ellebooggewricht zijn vaak een flinke harde klap op de achterkant van je elleboog bij een ongeluk of een val met gestrekte arm. Bij een ontwrichting van je elleboog heb je klachten als: je hebt pijn aan je elleboog; je kunt je elleboog amper bewegen; je hebt een afwijkende stand (vervorming) van het ellebooggewricht; je voorarm kan iets korter lijken,; je hebt moeite met buigen en strekken van je arm in de elleboog; je elleboog kan opgezwollen zijn; je hebt een tintelend of prikkelend gevoel in je hand en/of je vingers; en/of een doof of slapend gevoel in je hand en/of je vingers. Met gips of een spalk kan de ontwrichte elleboog niet meer bewegen.
Bij jonge kinderen tussen de 1 en 3 jaar komt een ontwrichte elleboog nog vaak voor, omdat hun spieren nog niet sterk genoeg zijn. Dat kan gebeuren als ouders of andere volwassenen een peuter omhoog of vooruit trekken aan een armpje. Bij tieners gebeurt het vaak door een val met uitgestrekte hand.

• Beknelling en irritatie elleboogzenuw. De elleboogzenuw (nervus ulnaris) is één van de drie armzenuwen. Als deze zenuw wordt geïrriteerd, is dat vaak in de elleboog. Deze elleboogzenuw loopt aan de binnenkant onder de huid langs een botuitsteeksel (telefoonbotje) en is kwetsbaar voor beschadiging. De knobbel aan de buitenkant van je elleboog is het telefoonbotje (epicondylus lateralis) en aan de binnenkant de epicondylus medialis. Hier zitten de aanhechtingen van de pezen en spieren. Vaak zijn regelmatige krachtige buig- en strekbewegingen van de elleboog de oorzaak van de klachten. Maar soms is de zenuw extra beweeglijk en glijdt bij het buigen van de elleboog telkens weer over het botuitsteeksel (epicondylus medialis) aan de binnenkant van de knobbel. Ook kan de elleboogzenuw bekneld raken door een té nauwe gewrichtsband, die over de zenuw loopt van de epicondylus medialis naar de punt van de elleboog (olecranon). Soms kan een beschadiging van de zenuw ontstaan door een uitwendige beschadiging, een voortdurende druk op de zenuw of door een botbreuk. Klachten bestaan uit een pijnlijk tintelend gevoel of gevoelsvermindering in de pink en een deel van de ringvinger. Je kunt last van krachtsverlies in de hand hebben. Uiteindelijk kan er een standsverandering van je vingers zijn door het krachtverlies van de kleine handspieren (klauwhand).

Verstijving ellebooggewricht. In de elleboog vinden buig-strek bewegingen en roterende bewegingen plaats. Door een ongeval, ontstekingsproces of bloeding kan een verstijving van het ellebooggewricht ontstaan. De oorzaak van een stijve elleboog kan artrose (beschadiging kraakbeen) of een beschadiging in de weke delen rond de elleboog (kapsel, gewrichtsbanden, spieren en pezen) zijn. Dat kan komen door een ontsteking, een verstuiking, een breuk of een operatie en/of als je lange tijd je elleboog niet gebruikt hebt. Redenen kunnen bijvoorbeeld zijn:
› een gebroken bovenarmbeen, ellepijp of radiuskop of een acute breuk, die niet of in een verkeerde stand geneest.
› last van vocht in het gewricht, bijvoorbeeld door een reumatische aandoening.
› littekenvorming in het gewrichtskapsel.
› een kneuzing van de elleboog.
› een operatie aan de elleboog
› verstijving van spieren rond de elleboog.
De bewegingsvrijheid van je arm is beperkt en je hebt pijn en een zwelling bij het ellebooggewricht. Verder kun je:
› je elleboog niet meer ver buigen, bijvoorbeeld je hand niet meer goed naar je mond krijgen, tandenpoetsen en haren kammen.
› je elleboog niet meer goed strekken, bijvoorbeeld niet meer goed met je arm op een fietsstuur leunen.
› je hand niet meer volledig draaien, bijvoorbeeld tijdens het draaien, opendraaien of dichtdraaien van een potje.
› last hebben van tintelingen in je vingers, bijvoorbeeld omdat een zenuw bekneld kan raken in het littekenweefsel.

Meer informatie ellebooggewricht

Elbow Anatomy Animated Tutorial – Randale Sechrest I https://youtu.be/3l3-5Ij3JZ8?si=mR3x0udH1taAe9M7
Elbow joint – Structure and actions – The Noted Anatomist I https://youtu.be/8ND0KT6Pq50?si=dP9YFqz3OjdZk6Jk

Help mee