Edgar Stene schrijfwedstrijd 2022 – Herma Jurg-van Duijsen
Herma Jurg-van Duijsen: eervolle vermelding
De baas
Ooit had ik een hond. Een dobermannpincher, die ook echt bedoeld was als bewakingshond. Aan mij de eer om Fitz – hij was vernoemd naar John Fitzgerald Kennedy – op te voeden. Bewakingshonden moet je strak houden en zeker dobermanns, dus daar ging ik: ZIT. GA. WACHT. KOM. Op die manier communiceren met een hond klinkt als een strak commando, de toonhoogte van je stem gaat aan het eind van het woord naar beneden: jij bent ‘de baas’.
Het commando EET was noodzakelijk: hij moest leren dat hij pas na dat commando aan zijn eten mocht beginnen, omdat er wel eens vergiftigd vlees over de omheining werd gegooid met de bedoeling de hond uit te schakelen. Dus tegen etenstijd commandeerde ik: FITZ. KOM. HIER. ZIT. Dan de etensbak neerzetten. Hond strak aankijken. Steeds langer uitstellen. En dan … EET.
Natuurlijk was het ook een lieve hond. We konden spelen en stoeien. Maar hij moest heel duidelijk het verschil leren tussen spelen en de daarbij behorende lieve commando’s als: kom maar, nee af, breng terug, en het commando: FITZ … KIJK als ik wegging. Dan ‘ging hij aan zijn werk’ en rende de tuin in om zijn rondjes langs het hek te lopen.
“U moet leren om uw energie goed te gebruiken”, zegt de verpleegkundig reumaconsulente, die mij helpt met de praktische kant om met reuma om te gaan. “Een voor u goede combinatie vinden van bewegen, want dat moet bij reuma – maar ook van rust. U moet goed naar uw lijf leren luisteren”. En dat is nou precies wat ik nooit heb geleerd. In mijn werk zorgde ik er voor dat anderen kregen wat ze nodig hadden om verder te kunnen. Als mijn hoofd bedenkt dat ik nog even … dan doe ik dat. Dat zit zo helemaal in mijn systeem. En nu moet het ineens honderdtachtig graden anders. Ik moet dus leren om – als ik zit – niet meteen op te staan. Want zitten is zitten, rust is rust. Totdat je voelt dat je weer verder kunt. Dus: van te voren bedenken: heb ik een pen? Ligt m’n leesbril naast me? Liggen de kranten voor het grijpen? Is m’n telefoon in de buurt? Is op al die vragen het antwoord JA, dan ga ik zitten. En mis ik iets? Dan kán ik het mijn man vragen. En hij pakt het graag voor me, maar het is niet de bedoeling dat ie me de hele dag achterna hoeft te lopen. De mantelzorg voor m’n reuma is in dit stadium toch al heftig genoeg. Dan is het dus: helaas pindakaas.
Ik wil dit voor elkaar krijgen, omdat ik voel dat het goed voor me is. Maar m’n jarenlange reflexen zijn vaak sneller. Het slijpt er maar langzaam in. Stukje bij beetje word ik me er van bewust, soms al halverwege het opstaan uit de stoel, dat ik moet blijven zitten!!! Na dagen, weken vraag ik me wat geïrriteerd af waarom ik het nou nog niet heb geleerd. Het gesprekje met mezelf wordt steeds korter: Neeeeeeee. Zit. Kom op!
En dan – ineens – breekt het door: de reuma is ‘de baas’. Mijn lijf, mijn hoofd is de hond, die moet leren luisteren: ZIT HOND.
Gelukkig hoef ík niet te wachten op een EET-commando.
Juryrapport
Schrijfster Herma start haar verhaal met Fitz. Fitz is haar dobermannpincher, die ook echt bedoeld is als waakhond. Aan Herma de eer om hem te trainen in zijn bewakingswerk. “Bewakingshonden moet je strak houden en zeker dobermanns” zo schrijft ze. “Dus daar ging ik: ZIT. GA. WACHT. KOM. Op die manier communiceren met een hond klinkt als een strak commando, de toonhoogte van je stem gaat aan het eind van het woord naar beneden: jij bent ‘de baas’.” Het woord ‘de baas’ gebruikt Herma in haar verhaal als bruggetje naar haar eigen leven met reuma. Hoe blijf je daarover de baas? Zo adviseert de reumaverpleegkundige Herma om haar energie te bewaken. Leer naar je lijf te luisteren, beweeg maar neem ook je rust. “En dat is nou precies wat ik nooit heb geleerd.” Zo schrijft Hema. “In mijn werk zorgde ik er voor dat anderen kregen wat ze nodig hadden om verder te kunnen. Als mijn hoofd bedenkt dat ik nog even … dan doe ik dat. Dat zit zo helemaal in mijn systeem. En nu moet het ineens honderdtachtig graden anders. Om te zitten en om niet meteen weer op te staan. ‘Rust is rust’ punt. Ook moet Herma leren om meer georganiseerd te werk te gaan. Dat kost minder energie. Herma beseft dat het belangrijk is om deze nieuwe manier van in het leven staan te omarmen. Maar het is wel lastig. Haar jarenlange reflexen van ‘Dat doe ik wel even.’ zijn erg sterk. “Stukje bij beetje word ik me er van bewust, soms al halverwege het opstaan uit de stoel, dat ik moet blijven zitten! Zo schrijft Herma. “Na dagen, weken vraag ik me wat geïrriteerd af waarom ik het nou nog niet heb geleerd. Het gesprekje met mezelf wordt steeds korter: Nee. ZIT.” En daarmee is de vergelijking met een commando rond. “Mijn hoofd is de hond, die moet leren luisteren.” Herma, bedankt voor jouw originele verhaal, waarmee je duidelijk maakt dat je reuma alleen de baas kan blijven als je goed naar je lijf luistert en hier ook echt op reageert.