Edgar Stene schrijfwedstrijd 2019 – Monique Leseman

Monique Leseman: eervolle vermelding

Mijn droom en wens…

Ik heb jaren in de zorg gewerkt, eerst in het gewone bejaardenhuis en later bij demente ouderen.
Mijn hart en ziel lag in dit werk en mijn beroep als ziekenverzorgster. Ik kon genieten van alle mooie momenten die mij zomaar overkwamen, dingen die je met een korreltje zout kon oplossen of met humor kon opvangen…
De humor die achter dit werk lag vond ik zo geweldig dat ik een passie voor clowns ontwikkelde, en vooral de Cliniclowns vond ik fascinerend. De manier waarop ze de mensen, kinderen en alle zieken even aan het lachen maakten, waardoor de pijn, verdriet en ziekte, plaats maakten voor een gulle warme lach…Geweldig!

Ik heb ooit in de Efteling een rode neus gekregen bij het carnavalsfestival, en die had ik eigenlijk altijd in mijn tas, soms ook in mijn uniformzak, en als ik dan mijn tas opendeed moest ik vanzelf glimlachen. Als de mensen soms verdrietig of boos waren op iedereen in de wereld, dan zette ik mijn neus op en voilà.. er brak zowaar een klein lachje door op hun gezicht, daar zat ik dan eigenlijk op te wachten.
Helaas was er voor mij geen mogelijkheid om als Cliniclown te gaan werken omdat er een psychologische achtergrond vereist was, dus ik paste niet in dat plaatje, ondanks mijn achtergrond en kennis van mensen.

Ik had dan denk ik niet zo veel last van de artrose gekregen als nu, na 32 jaar zorgen en tillen en elastische kousen aan….. en gewerkt waar ook mijn hart lag!
Onverwachts kwam er in ons verpleeghuis een ander soort clown, de clown die speciaal was opgeleid voor demente mensen. Hij zorgde voor een stukje herkenning en uiteindelijk ook een lach. Door te spiegelen met het gedrag van mijn bewoners, kreeg hij voor elkaar dat ze naar hem gingen kijken i.p.v. hun eigen handeling, zoals wrijven over het laken..
Ik ben natuurlijk meteen naar een informatie avond geweest om te kijken of ik hier zou kunnen worden opgeleid, maar dit bleek ook weer een fata morgana te zijn.. de kosten voor deze studie om clown te worden, waren te hoog voor mijn kleine portemonnee.

Ik ben gaan zingen bij een carnavalsgroep en in de beginjaren zongen we verkleed als clown,wat inderdaad een heerlijk gevoel was. Ik ben toen clowntjes gaan verzamelen in alle maten en soorten, maar ze moesten niet uit een mal komen, dus apart en mooi.
Ik ben dus altijd blijven hopen dat ik met mijn enorm grote liefde en warmte voor mijn lieve mensjes, nog een keer een “clown” zou kunnen worden.

Jaren later kreeg ik last van nekhernia’s, ben geopereerd en mocht daarna tot mijn grote verdriet, mijn beroep, en levensinvulling niet meer uitoefenen.
Ik kreeg vervolgens nog meer uitval aan mijn handen en problemen door mijn poly-artrose (wat ik toe nog niet besefte), en begrip was er weinig vanuit de ziektewet en mijn toenmalige directeur.
Ik ben toen als vrijwilligster in het Ronald McDonald huis gaan werken, en kwam dan op de dinsdagmiddag bij mijn rondje door de Radboud, altijd de Cliniclowns in actie tegen, wat ik geweldig vond, om ze echt in actie te zien.

Ik heb nu een vriendin met dezelfde reuma klachten als ik, die ook in de zorg heeft gewerkt, en die toevallig dezelfde droom had als ik om cliniclown te worden!
Wie weet wordt ONZE droom ooit waar, een andere versie van de clown, maar nu voor de reumapatiënten, de warmte brengende clowns! Gewoon zoals wij zijn, zonder opleiding, maar met een heel groot hart voor de mensen die het moeilijker hebben dan wij en ook behoefte hebben aan een LACH!!

Ik blijf erin geloven…misschien wordt mijn droom wel een keer werkelijkheid!
Ik heb in ieder geval nu ook nog altijd de rode neus in mijn tas!

Juryrapport
De schrijfster in het verhaal ‘Mijn droom en wens’ werkte ook met veel passie in de ouderenzorg. Ze kon genieten van de momenten waarop ze problemen met humor kon opvangen. Ze schrijft: ‘Ik heb ooit in de Efteling een rode neus gekregen bij het carnavalsfestival, en die had ik eigenlijk altijd in mijn tas, soms ook in mijn uniformzak, en als ik dan mijn tas opendeed moest ik vanzelf glimlachen. Als de mensen soms verdrietig of boos waren op iedereen in de wereld, dan zette ik mijn neus op en voilà.. er brak zowaar een klein lachje door op hun gezicht, daar zat ik dan eigenlijk op te wachten.’ Zo ontwikkelde de schrijfster een passie voor clowns en wilde er ook graag een worden. In eerste instantie een Cliniclown. Helaas heb je voor die opleiding een uitgebreide studie nodig; achtergrond en ervaring zijn niet voldoende. Haar passie voor een lach besloot ze daarom in te zetten bij de carnavalsvereniging, maar haar droom om clown te worden bleef.
Ook op de momenten in haar leven toen, na 32 jaar zorgen en tillen, het huilen haar juist nader stond dan het lachen. Ze schrijft: ‘Ik kreeg last van nekhernia’s, ben geopereerd en mocht daarna tot mijn grote verdriet, mijn beroep, en levensinvulling niet meer uitoefenen. Ik kreeg nog meer uitval aan mijn handen en problemen door mijn polyartrose (wat ik toen nog niet besefte). Begrip was er weinig vanuit de ziektewet, en mijn toenmalige directeur.’
Toch is, door deze ervaring, haar droom om clown te worden niet veranderd. Ze deelt deze droom nu ook met een goede vriendin die ook reuma heeft. ‘Wie weet wordt ONZE droom ooit waar, een andere versie van de clown, maar nu voor de reumapatiënten, de warmte brengende clowns! Gewoon zoals wij zijn, zonder opleiding, maar met een heel groot hart voor de mensen die het moeilijker hebben dan wij en ook behoefte hebben aan een LACH!! Ik blijf erin geloven…misschien wordt mijn droom wel een keer werkelijkheid! Ik heb in ieder geval nog altijd de rode neus in mijn tas!’
Het verhaal laat op een ontroerende manier de kracht van een lach zien. Niet alleen voor anderen maar ook voor jezelf.

Help mee
Steun mensen met reuma