Edgar Stene schrijfwedstrijd 2019 – Jeanette Boeter

Jeanette Boeter: eervolle vermelding

Geen ideale werknemer

Mijn hart ligt bij de ouderenzorg. Niet de ideale baan voor een reumapatiënt, maar ik haal er voldoening en energie uit en geef om mijn collega’s en cliënten. Ik zorg dat ik scherp en bijgeschoold blijf. Na de diagnose in 2007 volgde een periode van medicijnen, ontstekingen en aanpassingen in de thuissituatie, maar niet in mijn werk. Ik accepteerde geen beperkingen en heb me ook nooit ziek gemeld vanwege reuma. Iedereen in de ouderenzorg is overbelast en werkte regelmatig over, zeker ten tijde van ziekten. Ik wilde geen uitzondering zijn, negeerde alle waarschuwingen en bleef werken.

Het zal wel
Ik heb altijd last gehad van mijn voeten. Ik ging met mijn vader naar een orthopedisch schoenmaker en kreeg zachte inlegzolen. Niemand dacht toen nog aan reuma, maar het was een eerste signaal. Een tijd later, na regelmatig ontstekingen in de vingers en handen, kwam in 2007 pas de diagnose: reumatoïde artritis. “Het zal wel”, dacht ik, want inmiddels was mijn vader ernstig ziek. De ergotherapeut probeerde nog tot mij door te dringen: “Aan het einde van je leven staat een rolstoel klaar, maar jij bepaalt wanneer je er in komt.” Thuis vervingen we de kraanknoppen en kochten eenvoudige hulpmiddelen zoals een elektrische blik- en flesopener. Mijn zus en ik zorgden samen voor mijn vader. Maar het op en neer rijden met of naar mijn vader in ziekenhuis, werken, het huishouden én een opleiding werden me al snel teveel. Ik ging minder uren werken en deelde op het werk terloops het nieuws over het feit dat ik reuma had.

Nieuwe schoenen
Twee jaar na de diagnose werd lopen dusdanig pijnlijk dat een collega me een paar keer naar huis moest brengen; ik kon niet meer lopen. Ik onderging een kleine operatie aan mijn rechtervoet en volgde het advies van de orthopeed voor aangepaste schoenen. Via mijn werk diende ik een verzoek in bij het UWV. “Maar je hebt toch privéschoenen?”, was het antwoord. Het UWV wist klaarblijkelijk niet dat schoenen niet schoon blijven in de ouderenzorg: urine, diarree, bloed etc. Bovendien waren er geen schoonmaakspullen aanwezig of een kluisje om schoenen in op te bergen. Qua hygiëne vond ik recht had op aangepaste schoenen.
Na het schrijven van een brief naar het UWV kreeg ik uiteindelijk toch werkschoenen. Wel onder één voorwaarde: “U mag de schoenen niet mee naar huis nemen, ook niet van en naar werk.” Elke 16 maanden krijg ik nieuwe schoenen, dat gaat nu hartstikke goed! En natuurlijk draag ik de schoenen van en naar het werk, maar niet privé. Privé krijg ik aangepaste schoenen via mijn zorgverzekering.

Ziek zijn is falen
In 2014 stuurde mijn leidinggevende me naar huis. Ik was net terug van vakantie, maar had last van mijn luchtwegen; longontsteking in beide longen. De huisarts was boos: “Je bent te ver gegaan.” Mijn man kon dat jaar (door omstandigheden) vervroegd met pensioen, dat scheelde enorm in het huishouden. Ik had bijna nergens fut meer voor. Zelfs schilderen als hobby werd me teveel.
Maar ik wilde aan het werk blijven, net zoals mijn collega’s. De volgende 2,5 jaar werkte ik gewoon door met een slijmbeursontsteking in mijn schouder. Injecties hielpen tijdelijk, net als een brace. Nadat er kalk uit mijn arm werd gehaald, ben ik 14 dagen thuis geweest. Ik zei dat een week wel genoeg was en heb de tweede week al wat kantoorwerkzaamheden gedaan. Ik wilde zo weinig mogelijk ziektedagen.

Je pleegt roofbouw
Ontsteking na ontsteking, aanpassingen qua medicijnen, waarschuwingen van de reumatoloog… Ik deed er niets mee. Ik wilde blijven werken. Totdat mijn leven alleen nog bestond uit het dienstrooster en ik mijn hele leven daarop aanpaste. Drie dagen achter elkaar werken, betekende de rest van de week niets doen. “Je pleegt roofbouw Jeanette”, waarschuwde een vriendin.
Begin 2018 sprak ik het volgende af met mijn manager: 6 uur per dag op de werkvloer plus 2 uur administratie en niet meer dan 2 dagen achter elkaar. In totaal 22 uur per week. Bij minder uren zou ik mijn functies als eerst verantwoordelijk zorg, werkbegeleider, train-de-trainer, aandachtsvelder ‘incontinentiematerialen, medicatie veiligheid en zorgleefplan’, niet kunnen uitoefenen. HRM deed alleen nog moeilijk: Ik was niet meer 24/7 beschikbaar en wat vindt de rest van het team van deze uitzonderingspositie? Moet je niet naar ander werk gaan kijken? Mijn team had er helemaal geen problemen mee en met de steun van mijn manager kon de afspraak doorgaan.

Toekomstplannen
De reumaklachten nemen toe, maar ik hoop de komende twee jaar 22 uur te blijven werken. Daarna wil ik afbouwen en werken als verzorgende zonder extra functies. Ik ben dan 57 jaar en mijn man 65 jaar. Op het werk ben ik er op gaan hameren dat alle hulpmiddelen aanwezig zijn en heb daarbij ergo-coaches ingeschakeld.
Ik accepteer nu eindelijk dat werk maar werk is. Ik wil van mijn kleinkinderen kunnen genieten, energie hebben om samen met mijn man leuke dingen te doen en zet niet alles meer aan de kant voor werk. Maar ik ga mij niet ziek melden, om vervolgens een slopend traject in te gaan en in de WIA terecht te komen.

Wie ben ik
Terugblikkend kan ik mijn werkgever weinig verwijten in relatie tot mijn reuma. Ik gaf immers zelf geen signalen en bleef altijd maar doorgaan. Wel vind ik dat er weinig wordt gekeken naar de gezondheid van medewerkers in de ouderenzorg. Hoe kunnen zij gezond aan het werk blijven? Ook nog op oudere leeftijd? Op papier is alles goed geregeld, maar in de praktijk loopt het toch anders, zeker nu er een groot tekort is aan verzorgend personeel. Ik heb collega’s die tegen een burn-out aan zitten en collega’s die aan het werk moeten terwijl ze nog niet geheel beter zijn.
Ik hoop dat ik nu met andere medicatie een goede balans kan houden tussen werk en privé.

Juryrapport
De schrijfster in het verhaal ‘Geen ideale werknemer’ werkt vol overgave in de ouderenzorg wanneer ze de diagnose RA krijgt. Ze schrijft: Iedereen in de ouderenzorg is overbelast en werkte regelmatig over. Ik wilde geen uitzondering zijn, negeerde alle waarschuwingen en bleef werken.’ Dit doet zij dan ook trouw in combinatie met de zorg voor haar vader, het huishouden en een opleiding. Ondanks dat de schrijfster op termijn minder gaat werken blijft ze over haar grenzen heen gaan en negeert waarschuwingen van o.a. haar huisarts en vriendin die zeggen dat ze te ver gaat. ‘Ontsteking na ontsteking, aanpassingen qua medicijnen, waarschuwingen van de reumatoloog… Ik deed er niets mee. Ik wilde blijven werken. Totdat mijn leven alleen nog bestond uit het dienstrooster en ik mijn hele leven daarop aanpaste. Drie dagen achter elkaar werken, betekende de rest van de week niets doen.’ Hoewel de schrijfster zich zeker niet wil ziek melden, zijn er dit jaar wel aanpassingen gekomen in de werktijden. Ook durft ze vaker de ergocoach in te schakelen en te hameren op hulpmiddelen. Ze schrijft: ‘Door vallen en opstaan leer ik wat verstandig is hoe moeilijk dit soms ook is. Mijn hoofd wil soms meer dan dat mijn lichaam aan kan. Het gevoel erbij willen horen, iets te kunnen betekenen voor een ander is voor mij belangrijk.’
Het verhaal laat zien hoe moeilijk het is om reuma te combineren met een baan in de ouderenzorg. Moeilijk maar niet onmogelijk, zolang werkgevers in de ouderenzorg hierin meedenken. En dat is nog een punt van aandacht.

Help mee