Edgar Stene schrijfwedstrijd 2018 – Renée Meijer
Renée Meijer: eervolle vermelding
Mijn persoonlijke held
‘Mijn persoonlijke held’, een onderwerp waar ik lang over heb moeten nadenken. Wat betekent het woord ‘held’ voor mij? Ik heb lieve mensen om me heen die me met van alles helpen, maar is dat typerend voor een held? En is het eerlijk om de een meer een held te vinden dan de ander, hoewel ze allemaal hun best doen om me te helpen, ook al is het niet op dezelfde manier? Bovendien wat zijn de kenmerken van een held precies? Zo zat ik dus een tijd te piekeren over wat een held voor mij belichaamt.
Toen las ik een stukje op het internet over Jonas Salk. Op het eerste gezicht een heel normale man, van wie ik nog nooit gehoord had. Meneer Salk, die overleed toen ik nog maar een kleuter was, was een Amerikaanse arts gespecialiseerd in virologie. Zijn kennis over virussen bleek van levensbelang toen in 1952 de grootste polio-uitbraak in de geschiedenis plaatsvond in Amerika. Salk deed al sinds 1948 onderzoek naar het aantal verschillende vormen van het poliovirus en was hard bezig om de sleutel naar een vaccin voor deze ziekte te vinden. Na veel, lang en hard werken, lukte het hem in 1952 om een werkend vaccin te ontwikkelen, wat aan mensen kon worden toegediend.
Tot hier toe is het verhaal van Jonas Salk misschien niet uniek, er zijn veel wetenschappers die, zowel in het verleden als nu, hard werken om meer te begrijpen over ziektes en deze zo mogelijk te genezen. Salk is ook niet uniek in zijn menig over vaccinatie: mensen zouden verplicht gevaccineerd moeten worden omdat volksgezondheid, naar zijn mening, een ‘morele verplichting’ is.
Wat Salk in mijn ogen zo bijzonder maakt is dat zijn enige doel was om zo snel mogelijk een werkend vaccin te vinden, waarbij persoonlijk gewin voor hem geen rol speelde. Toen hij werd gevraagd wie het patent op het vaccin had, antwoordde hij: ‘Ik zou zeggen, de bevolking. Er is geen patent. Kun je een patent aanvragen op de zon?’
En precies dat is wat Salk voor mij een held maakt. Hij besloot de 7 miljard die hij had kunnen verdienen te laten liggen en het vaccin aan het volk te ‘geven’. Dat is iets waar de huidige farmaceutische industrie nog wel iets van kan leren. Een actueel voorbeeld vond ik vorige week nog in het nieuws: ziekenhuisapotheken kunnen medicijnen voor zeldzame ziektes vaak goedkoop maken, omdat ze het niet op de markt hoeven brengen. Zo ontwikkelde het LUMC zelf een medicijn tegen een zeldzame spierziekte. Kosten: 1200 euro per jaar. Vervolgens kwam dit product op een assortimentslijst, waarna een farmaceutisch bedrijf het erg interessant vond en er een patent op aanvroeg, iets wat ziekenhuisapotheken niet doen omdat het veel tijd en geld kost. Het gevolg is dat het LUMC zijn zelf ontwikkelde medicijn niet meer mocht maken en de kosten voor het middel stegen naar 38.000 euro per jaar, ongeveer het dertigvoudige de originele prijs.
Dit klinkt misschien als een ver-van-je-bed-show, immers het is een zeer zeldzame ziekte, dus de kans dat je ermee te maken krijgt is nihil. Toch gebeurt dit vaker dan je misschien zou verwachten. Laatst woonde ik een lezing bij waar het onder andere ging over nieuwe medicijnen voor reumatoïde artritis, zogenaamde JAK-remmers, waarvan de werking vergelijkbaar is met de biologicals en biosimilars. Toch weer een grote stap voor mensen die niet goed of niet voldoende op de nu bestaande middelen reageren. Deze nieuwe medicatie wordt gemaakt in pil vorm, iets wat ik toejuich in tegenstelling tot injecties of infusen. Toen er tijdens de lezing werd gevraagd of deze medicijnen dan ook goedkoper zouden zijn juist omdat het pillen zijn en geen injecties of infusen, mompelde de professor: ‘Hmm… niet echt over een jaar of tien misschien, dat hebben ze de investering er wel uit en vervalt het patent.’
Wat is er met de wereld gebeurd dat ziekte en genezing een industrie is geworden. In de zorg gaat het verdienen van geld duidelijk boven het genezen van zoveel mogelijk mensen. Ik snap heus wel dat medicatie ontwikkelen geld kost, maar miljoenen of zelfs miljarden, wanneer is het zo ver gekomen. Ontwikkelingen van elkaar afpakken om er zo veel mogelijk geld aan te verdienen. Het maakt mij misselijk. Ik hoop dat er ooit weer iemand als Salk opstaat en dat de farmacie zich langzaam aan weer steeds meer bezig gaat houden met genezen in plaats van graaien. Dat farmacie weer een vak wordt in plaats van een industrie.
Juryrapport
Motivatie voor Renée om mee te doen: Ik ben Renée, 26 jaar oud. In 2011 ben ik gestart met een studie Nederlandse taal en cultuur. Dit bleek qua energie helaas niet mogelijk en toen ook mijn lijf dwars ging doen, moest ik stoppen. Na enige tijd ben ik wel met thuiscursussen gestart en heb inmiddels een cursus kinderpsychologie en een cursus Engels afgerond en ben ik nu bezig met een cursus wereldliteratuur. Op dit moment heb ik geen werk of studie omdat ik dat fysiek niet aankan.
Ik woon nu nog bij mijn moeder en heb een tweelingbroer die in Rotterdam woont. Mijn vader is overleden toen ik 12 jaar was. Ik houd ervan om creatief bezig te zijn, op alle fronten: tekenen, schilderen, knutselen, lezen, muziek, ik vind het allemaal leuk.
Vorig jaar heb ik al deel genomen aan de Edgar Stene prijs en ik vond dat erg leuk om te doen. Daarom heb ik besloten dit jaar opnieuw mee te doen.
Renée Meijer: schreef een verhaal over ‘Mijn persoonlijke held’ en ging dieper in op de vraag ‘Wat betekent een held voor mij?’ Zo kwam zij uit bij de Amerikaanse viroloog Jonas Salk die een vaccin ontwikkelde tegen het poliovirus. Zij schrijft: ‘Wat Salk in mijn ogen zo bijzonder maakt is dat zijn enige doel was om zo snel mogelijk een werkend vaccin te vinden. Toen Jonas Salk werd gevraagd wie het patent op het vaccin had (ter waarde van 7 miljard), antwoordde hij: ‘Ik zou zeggen, de bevolking. Er is geen patent. Kun je een patent aanvragen op de zon?’ In haar verhaal speelt Renée in op de huidige ontwikkelingen in de farmaceutische industrie. Dat ziekte een lucratieve onderneming is geworden waar miljarden mee verdiend kunnen worden. Zij sluit af met een duidelijke wens: ‘Ik hoop dat er ooit weer iemand als Salk opstaat en dat de farmacie zich langzaam aan weer steeds meer bezig gaat houden met genezen in plaats van graaien. Dat farmacie weer een vak wordt in plaats van een industrie.’