DNA-paspoort verkleint de kans op ernstige bijwerkingen
Dankzij het DNA-paspoort kunnen artsen medicatie beter afstemmen op patiënten. Zij kunnen daardoor maar liefst 30% minder last hebben van bijwerkingen. Dat blijkt uit onderzoek van een internationaal onderzoeksteam onder leiding van het Leids Universitair Medisch Centrum. Het is wereldwijd het eerste onderzoek dat aantoont dat medicatie afstemmen op je DNA profiel werkt.
Wat is een DNA-paspoort?
Het DNA-paspoort, ook wel de DNA-medicatiepas genoemd, bevat gegevens over jouw DNA. DNA zit opgeslagen in iedere cel. DNA-informatie kun je daardoor op verschillende manieren vaststellen. Dat kan bijvoorbeeld door wat bloed, speeksel of wangslijmvlies te analyseren. Uit die analyse komt een bepaald DNA-profiel. Dat profiel staat in je DNA-paspoort. Het profiel geeft aan hoe je lichaam reageert op bepaalde medicatie. Niet iedereen heeft een DNA-paspoort. Helaas kun je er ook niet zomaar een krijgen. Alleen in ernstige gevallen kan een arts een DNA-onderzoek aanvragen. Lang niet alle zorgverzekeraars in Nederland vergoeden zo’n onderzoek en het maken van een DNA-paspoort.
De one-size-fits-all-strategie voor medicatie is achterhaald
Het voorschrijven van medicatie gaat vaak op basis van de “one-size-fits-all-strategie”. Dat houdt in dat verschillende mensen met dezelfde klachten of symptomen dezelfde medicatie krijgen. Maar die strategie is achterhaald. Iedereen reageert namelijk anders op eenzelfde medicijn. Dat heeft veel te maken met je genen, oftewel je DNA. Daarom is het beter om medicatie specifiek op ieder individu af te stemmen. Uit het DNA-profiel kunnen zorgverleners afleiden welk effect bepaalde medicijnen op iemand zullen hebben. Door het DNA-paspoort te scannen kunnen artsen en apothekers dus beter inschatten welke dosering iemand nodig heeft van een bepaald type medicatie.
Minder bijwerkingen door DNA-paspoort
Wanneer de dosering wordt afgestemd op een DNA-profiel, dan vermindert dit de kans dat de persoon in kwestie last krijgt van ernstige bijwerkingen. Dat blijkt uit het onderzoek van het LUMC. Mensen die afgestemde doseringen medicatie gebruiken kunnen maar liefst 30% minder ernstige bijwerkingen hebben dan bij de standaarddosering. Dat geldt voor medicijnen waarbij onze genen invloed hebben op de werking ervan. Afgestemde medicatie is getest bij mensen die onder behandeling stonden bij verschillende specialisten. Van huisartsgeneeskunde tot oncologie, cardiologie en psychiatrie. Bij al die specialismen meldden patiënten minder ernstige bijwerkingen wanneer de medicatie was afgestemd op hun DNA.
Het DNA-paspoort in de praktijk
Met dit onderzoek is voor het eerst bewijs gevonden voor het succes van de DNA-pas. De aanpak blijkt op grote schaal te werken in de klinische praktijk. De volgende stap is dan ook om het DNA-paspoort toe te passen in de praktijk. Dat gaat gepaard met verschillende vragen. Moeten zorgverzekeraars de pas vergoeden? Moet de pas onderdeel worden van de standaardzorg? Volgens de onderzoekers van het LUMC wel. Uiteindelijk moet het DNA van alle patiënten volgens hen bekend zijn bij de apotheek. Op die manier kunnen we iedereen (nog) effectiever en veiliger behandelen.
Over het onderzoek
In totaal namen er ongeveer 7000 mensen deel aan het onderzoek. Zij waren afkomstig uit 7 Europese landen. Alle deelnemers startten voor het onderzoek een medicijn waarvan hun genen de werking beïnvloedden. Onderzoekers brachten het DNA van alle deelnemers in kaart. Ze keken hierbij naar 12 verschillende genen. De 50 verschillende varianten in die 12 genen hadden bij elkaar opgeteld invloed op de werking van 39 verschillende medicijnen. Twaalf weken lang hadden verpleegkundig specialisten contact met de deelnemende patiënten. Patiënten vertelden hun verpleegkundig specialist regelmatig over hun bijwerkingen, zoals diarree, bloedarmoede, zenuwpijn of smaakverlies.