Met bescheiden trots nam ze de award in ontvangst voor de Research Talent Wetenschapsdag 2019. Elke van Delft is een terechte winnaar. Als afgestudeerd bewegingswetenschapper en onderzoeker in opleiding op de afdeling reumatologie van het Maasstad Ziekenhuis zet ze zich met ongebreidelde energie in voor het onderzoek naar kwaliteit van zorg voor patiënten met gewrichtsklachten.
“Voor huisartsen is het lastig om ontstekingsreuma te herkennen. Daardoor sturen ze te veel mensen met gewrichtsklachten door naar het ziekenhuis. Terwijl deze mensen beter af zijn in de eerstelijnszorg”, start Elke haar toelichting. “Met als gevolg overvolle spreekuren van de reumatologen. Daar is niemand bij gebaat: de patiënt niet vanwege extra inspanning en reistijd; de reumatoloog niet vanwege extra werk; de samenleving niet vanwege de extra kosten. Vroege herkenning met de juiste diagnose in de huisartsenpraktijk is dus van belang, voor de kwaliteit van leven, de kwaliteit van zorg en kosteneffectiviteit.
Reumatoloog in de huisartsenpraktijk
Om huisartsen te ondersteunen, is een nieuwe verwijsstrategie ontwikkeld. De reumatoloog ziet in een lokaal gezondheidscentrum patiënten met gewrichtsklachten en geeft aan of verwijzing al of niet zinvol is. Elke: “De reumatoloog komt daartoe eens in de drie weken in de huisartsenpraktijk. Het gaat dus in feite om anderhalve-lijns-zorg. Dat lijkt een goede aanpak, maar dat moet wel worden vastgesteld middels onderzoek. Dat moet dus zowel het effect als de kosteneffectiviteit aantonen van deze vorm van consultatie in de eerstelijnszorg.”
Voor het onderzoek wordt samengewerkt met zes gezondheidscentra in de regio Rotterdam. De controlegroep bestaat uit patiënten die volgens de ‘gewone’ wijze door de huisarts worden verwezen naar de polikliniek reumatologie. “Dus zonder tussenkomst van de nieuwe verwijsstrategie”, verduidelijkt Elke.
Dataverzameling
“De primaire uitkomst van het onderzoek is gericht op het percentage van alle patiënten dat na twaalf maanden door de reumatoloog is gediagnosticeerd met een inflammatoir reumatische aandoening. Ofwel: komen de juiste patiënten op de poli? Secundaire uitkomsten betreffen de kwaliteit van leven, de arbeidsproductiviteit en de zorgkosten. Deze data, inclusief de demografische en klinische parameters, worden met drie, zes en twaalf maanden verzameld.”
Enthousiast: “En dat is dus mijn taak. Ik verzamel alle gegevens, verwerk de rapporten van de reumatologen, de overzichtslijsten en de ingevulde vragenlijsten van geïncludeerde patiënten, kortom: alle data die dit onderzoek met zich meebrengt.” Ze lacht: “En geloof me, dat is heel veel. Zo heb ik nog stapels vragenlijsten die ik moet ordenen. Nu vind ik het leuk om zaken te organiseren en te analyseren, dus ik ben hier echt op mijn plek.” Ze gaat rechtop zitten en zegt: “Weet je, het gaat hierbij om waarde voor de patiënt. Juist dat patiëntenperspectief maakt het onderzoek zo interessant.”
Win/win-situatie
Wat verwacht ze zelf als uitkomst? “Het onderzoek loopt nu een jaar en we zijn nog zeker een jaar bezig met het includeren. Daarna volgen we de patiënten nog een jaar lang, dus de resultaten zijn niet eerder dan over twee jaar bekend”, houdt ze als slag om de arm. Waarna ze er onmiddellijk aan toevoegt: “Maar de huisartsen zijn heel tevreden over de triage. Ze vinden het prettig dat er een specialist in de huisartsenpraktijk komt, die hen ondersteunt bij het stellen van diagnose en aan wie ze vragen kunnen stellen. Het huisartsenvak is zo breed, dat is anders dan specialistische kennis van één ziektebeeld. De reumatologen zijn ook enthousiast over deze werkwijze. De verwijzing vindt gerichter plaats, waardoor de specialist meer patiënten ziet die daadwerkelijk ontstekingsreuma hebben. De reumatoloog kan zo het werk doen waarvoor hij is opgeleid.”
Een win/win-situatie dus? Elke knikt instemmend: “Het doel is om deze vorm van triage te handhaven en mogelijk breder in te zetten. Maar je moet eerst wetenschappelijk aantonen dat dit inderdaad een effectieve werkwijze is. En daarvoor zet ik me dus in, met plezier. Onderzoek kan heel abstract zijn, maar dat is hier niet het geval. Het gaat echt over de verbinding tussen de eerste en tweede lijn.”
Extra aandacht
Op de Wetenschapsdag heeft Elke van Delft als een van de drie genomineerden een presentatie gehouden. “Dat vond ik wel spannend”, glimlacht ze. “Dat had ik me niet zo gerealiseerd toen ik besloot mee te dingen.” Dat ze zou winnen, had ze niet verwacht. “Heel bijzonder”, zegt ze. “Naast een mooie bos bloemen en een voucher voor een congres naar keuze, leverde dat extra aandacht op voor het onderzoek. Dat zie ik als grootste prijs!”.
Bron:
Het bovengenoemde artikel is uit Wetenswaardig nummer 7/Voorjaar – Zomer 2019, het wetenschapsmagazine van het Maasstad Ziekenhuis.
Tekst: Gerda van Beek – Taal & Teken
Fotografie: Fleur Kooiman