Op 1 januari 2019 heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) besloten om paracetamol en de vitaminen en mineralen die ook in de vrije verkoop te verkrijgen zijn, niet langer meer te vergoeden uit het basispakket. Het argument hiervoor was dat mensen deze middelen makkelijk zelf kunnen halen bij de drogist of apotheek. Afgelopen maand bracht het Nivel (Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg) een rapport uit over de consequenties van deze maatregel.
Minder voorschrijven, meer vervangen
Het rapport laat zien dat huisartsen de middelen die niet meer vergoed worden minder vaak voorschrijven. Daarnaast vindt er ongewenste vervanging plaats van paracetamol naar pijnstillende middelen die meer risico’s met zich meebrengen. Vooral bij mensen met klachten aan het bewegingsapparaat worden vaker opioïden voorgeschreven, die een erg verslavende werking hebben. Wat ook opvalt is dat Vitamine D vaker wordt voorgeschreven in week/maand doseringen, omdat deze nog wel worden vergoed, maar dit is veelal duurder. Als laatste geven patiënten aan niet altijd hun huisarts of apotheek op de hoogte te stellen wanneer ze zelf besluiten om te stoppen met een bepaald middel.
Behouden, beëindigen of switchen van middel
Bijna een jaar na de invoering van de maatregel wordt in meer dan de helft van de situaties nog hetzelfde middel gebruikt, maar betalen de mensen het nu zelf. Toch wordt in meer dan een vijfde van de situaties nu een ander middel gebruikt. Weinig mensen stoppen helemaal met het gebruik van de middelen die uit het pakket zijn gegaan. De mensen die stoppen geven aan dat kosten daarin een rol spelen, mede doordat ze vaak ook andere zorgkosten maken. Wanneer er breder naar de betaalbaarheid wordt gekeken wordt het duidelijk dat de meningen hierover uiteen lopen. Onder gebruikers uit de algemene bevolking wordt in ruim de helft van de situaties de betaalbaarheid goed beoordeeld, maar dit valt iets lager uit onder de achterban van patiëntenorganisaties. Dit is waarschijnlijk te wijden aan het feit dat er hogere zorgkosten in deze groep zijn door het langdurig gebruik van deze middelen.
Gevolgen voor de toekomst
Het onderzoek geeft inzicht in de gevolgen van de maatregel. De gewenste effecten zijn dat de middelen minder vaak worden voorgeschreven, en dat een groot deel van de mensen het zelf betaalt. De ongewenste effecten bestaan uit de substitutie naar zwaardere of duurdere middelen en het stoppen met middelen die nog wel nodig zijn. Deze ongewenste effecten leiden tot een kostenstijging en hebben ook gevolgen voor de veiligheid. Wat de gevolgen van deze effecten op langere termijn zijn is nog onduidelijk. Het is daarom bij vervolgonderzoek van belang om te kijken naar langetermijneffecten, zowel voor de gezondheid als de zorgkosten.
Meer informatie?
Klik hier om het gehele rapport van het Nivel terug te lezen.