Bloed – bloedcellen
Bloed
Bloedcellen zijn een hoofdbestanddeel van het bloed, net als het bloedplasma. Er zijn drie soorten bloedcellen: de rode bloedcellen, de witte bloedcellen en bloedplaatjes. Het bloed bestaat voor ongeveer 45% uit rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes en voor de rest uit bloedplasma. Rode bloedcellen nemen toe als je lichaam behoefte heeft aan extra zuurstof. Witte bloedcellen nemen in aantal toe bij bijvoorbeeld een infectie. Bloedplaatjes worden ingezet bij bloedingen en wondjes.
Stamcellen bij bevruchting
Vlak na de bevruchting (meiose) begint de eicel te delen. Er ontstaat een blastocyste (hol blaasje). De cellen, die het embryo gaan vormen, zitten daar als een klompje in. Als de blastocyste zich heeft ingenesteld in de baarmoederwand, dan gaat het klompje cellen zich razendsnel delen. De cellen gaan daarbij in lagen ten opzichte van elkaar verschuiven (gastrulatie) en ze veranderen meteen van eigenschap, afhankelijk van waar ze zich bevinden. De cellen ontwikkelen zich verschillend tijdens de gastrulatie en als die fase klaar is, bestaat het embryo uit drie lagen, het endoderm, het ectoderm en het mesoderm (de kiemlagen). Hieruit ontstaan de verschillende organen van een volwassen mens.
• Uit het endoderm ontstaan bijvoorbeeld de darmen, de longen en de lever.
• Uit het ectoderm ontstaan de huid, het zenuwstelsel en zintuigcellen.
• Uit het mesoderm ontstaan de bloedcellen, het hart, de nieren en de botten.
Sommige van de cellen kunnen nog verder delen in het lichaam. Een voorbeeld hiervan zijn de hematopoëtische stamcellen, de beenmergcellen, die zich verder kunnen ontwikkelen tot verschillende soorten bloedcellen.
Beenmergcellen
Beenmergcellen zijn stamcellen in het beenmerg. Beenmerg is het zachte, sponsachtige weefsel, dat vooral binnenin de platte botten (bekken, schedel, ribben en wervels) zit en rijk is aan voedingsstoffen.
De beenmergcellen bestaan vooral uit twee soorten cellen:
• stromacellen, die de structuur van het beenmerg in stand houden.
• bloedvormende (pluripotente) stamcellen. Pluripotent = de stamcel kan zich tot alle typen bloedcellen ontwikkelen. Deze stamcellen in het beenmerg delen en groeien uit (rijpen) tot verschillende bloedcellen (rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes).
– Een pluripotente stamcel rijpt in eerste instantie tot een myeloïde stamcel of een lymfoïde stamcel.
De myeloïde stamcel rijpt uit tot een myeloblast, waaruit in het beenmerg de erytrocyten (rode bloedcellen), bloedplaatjes en de witte bloedcellen, als granulocyten en monocyten, worden gevormd.
De lymfoïde stamcel rijpt uit tot een lymfoblast, waaruit in het beenmerg de lymfocyten worden gevormd. Deze worden aangemaakt in het beenmerg, maar de rijping van de cellen vindt plaats in de lymfoïde organen: de milt, de lymfeknopen en de thymus (zwezerik).
Bloedcellen
Het beenmerg is dus de werkplaats, waarin alle bloedcellen aangemaakt worden, die zich in het beenmerg en in de bloedsomloop bevinden. De stamcellen zitten in de beenmergholtes van je botten, vooral in de holtes van lange platte beenderen (bijvoorbeeld het borstbeen en de heupbeenderen).
Er zijn twee soorten beenmerg: rood merg en geel merg. Bij de geboorte is het beenmerg rood. Bij volwassenen is ongeveer de helft van het beenmerg rood en de helft geel. Bij ouderen wordt het beenmerg steeds geler. Beide soorten beenmerg bevatten bloedvaten, maar geel merg heeft veel meer vetcellen dan rood merg.
De meerderheid van de rode bloedcellen, bloedplaatjes en witte bloedcellen wordt aangemaakt in het rode beenmerg. Een kleiner deel van deze cellen wordt aangemaakt in het gele beenmerg. Als de bloedcellen rijp zijn, zwermen ze uit naar de bloedbaan, waar ze door het bloedplasma vervoerd worden door het lichaam. Als ze eenmaal in de bloedbaan zijn, hebben bloedcellen een beperkte levensduur. Je hebt dus een doorlopende aanmaak van bloedcellen nodig in het beenmerg. Gezond beenmerg maakt net zoveel cellen aan als je lichaam nodig heeft.